Vereenzelvigen (to identify) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of vereenzelvigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vereenzelvig
I identify
vereenzelvigt
you identify
vereenzelvigt
he/she/it identifies
vereenzelvigen
we identify
vereenzelvigen
you all identify
vereenzelvigen
they identify
Present perfect tense
heb vereenzelvigd
I have identified
hebt vereenzelvigd
you have identified
heeft vereenzelvigd
he/she/it has identified
hebben vereenzelvigd
we have identified
hebben vereenzelvigd
you all have identified
hebben vereenzelvigd
they have identified
Past tense
vereenzelvigde
I identified
vereenzelvigde
you identified
vereenzelvigde
he/she/it identified
vereenzelvigden
we identified
vereenzelvigden
you all identified
vereenzelvigden
they identified
Future tense
zal vereenzelvigen
I will identify
zult vereenzelvigen
you will identify
zal vereenzelvigen
he/she/it will identify
zullen vereenzelvigen
we will identify
zullen vereenzelvigen
you all will identify
zullen vereenzelvigen
they will identify
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vereenzelvigen
I would identify
zou vereenzelvigen
you would identify
zou vereenzelvigen
he/she/it would identify
zouden vereenzelvigen
we would identify
zouden vereenzelvigen
you all would identify
zouden vereenzelvigen
they would identify
Subjunctive mood
vereenzelvige
I identify
vereenzelvige
you identify
vereenzelvige
he/she/it identify
vereenzelvige
we identify
vereenzelvige
you all identify
vereenzelvige
they identify
Past perfect tense
had vereenzelvigd
I had identified
had vereenzelvigd
you had identified
had vereenzelvigd
he/she/it had identified
hadden vereenzelvigd
we had identified
hadden vereenzelvigd
you all had identified
hadden vereenzelvigd
they had identified
Future perf.
zal vereenzelvigd hebben
I will have identified
zal vereenzelvigd hebben
you will have identified
zal vereenzelvigd hebben
he/she/it will have identified
zullen vereenzelvigd hebben
we will have identified
zullen vereenzelvigd hebben
you all will have identified
zullen vereenzelvigd hebben
they will have identified
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vereenzelvigd hebben
I would have identified
zou vereenzelvigd hebben
you would have identified
zou vereenzelvigd hebben
he/she/it would have identified
zouden vereenzelvigd hebben
we would have identified
zouden vereenzelvigd hebben
you all would have identified
zouden vereenzelvigd hebben
they would have identified
Du
Ihr
Imperative mood
vereenzelvig
identify
vereenzelvigt
identify

Examples of vereenzelvigen

Example in DutchTranslation in English
De jury moet zich vereenzelvigen met de beklaagde.The jury has to identify with the defendant.
Ik vereenzelvig me niet met mensen die Amerikaanse schepen opblazen.I do not identify with people who wanna blow up American ships, sir.
Ik zie dat je je vereenzelvigt met het slachtoffer.What I see is that you're overidentifying with the victim.
Sergeant, soms vereenzelvigt een gijzelaar zich met de gijzelnemers.Sergeant, sometimes a hostage starts to identify with the captors.
Ik heb me nooit vereenzelvigd met de rebelse alliantie.Oh, I never identified with the rebel alliance.
Ik wou dat je je met iets minder akeligs vereenzelvigd had, maar je ontwikkeling...Of course, I wish you could have identified with something less icky, but developmentally speaking...
Hij vereenzelvigde zich te veel met Will.Let's just say that Steven over-identified with Will.
Ik denk dat hij zich vereenzelvigde met Enron.I think he identified with Enron.
Ik vereenzelvigde me met katten.Well, kind of, kind of. I identified with cats. Well, I kind of did.
Je zag iemand met wie Abby zich vereenzelvigde.Well,you saw someone abby identified with.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verblijven
stay
verbroederen
fraternize
verbruien
do
verdopen
rename
verduren
endure
verdwijnen
disappear
vereenzamen
do
vereeuwigen
immortalize
vergen
require
vergezellen
accompany

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'identify':

None found.
Learning languages?