Snoeven (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of snoeven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
snoef
I do
snoeft
you do
snoeft
he/she/it does
snoeven
we do
snoeven
you all do
snoeven
they do
Present perfect tense
heb gesnoefd
I have done
hebt gesnoefd
you have done
heeft gesnoefd
he/she/it has done
hebben gesnoefd
we have done
hebben gesnoefd
you all have done
hebben gesnoefd
they have done
Past tense
snoefde
I did
snoefde
you did
snoefde
he/she/it did
snoefden
we did
snoefden
you all did
snoefden
they did
Future tense
zal snoeven
I will do
zult snoeven
you will do
zal snoeven
he/she/it will do
zullen snoeven
we will do
zullen snoeven
you all will do
zullen snoeven
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou snoeven
I would do
zou snoeven
you would do
zou snoeven
he/she/it would do
zouden snoeven
we would do
zouden snoeven
you all would do
zouden snoeven
they would do
Subjunctive mood
snoeve
I do
snoeve
you do
snoeve
he/she/it do
snoeve
we do
snoeve
you all do
snoeve
they do
Past perfect tense
had gesnoefd
I had done
had gesnoefd
you had done
had gesnoefd
he/she/it had done
hadden gesnoefd
we had done
hadden gesnoefd
you all had done
hadden gesnoefd
they had done
Future perf.
zal gesnoefd hebben
I will have done
zal gesnoefd hebben
you will have done
zal gesnoefd hebben
he/she/it will have done
zullen gesnoefd hebben
we will have done
zullen gesnoefd hebben
you all will have done
zullen gesnoefd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesnoefd hebben
I would have done
zou gesnoefd hebben
you would have done
zou gesnoefd hebben
he/she/it would have done
zouden gesnoefd hebben
we would have done
zouden gesnoefd hebben
you all would have done
zouden gesnoefd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
snoef
do
snoeft
do

Examples of snoeven

Example in DutchTranslation in English
Demetrius, jij kunt alleen snoeven. Ook nu probeer je me te overtroeven.Demetrius, thou dost overween in all, and so in this, to bear me down with braves.
hoor ze over auto's snoeven in hun namaak-bruine kroegen ze willen niet naar sterren kijken ze boeren'And talk of sports and makes of cars in various bogus Tudor bars, 'and daren't look up and see the stars, but belch instead, '
Ik snoef er niet graag over, omdat opschepperij me niet ligt, maar de laatste keer dat ik Nummer 4 speelde in Koeweit City, had ik een hole met één slag.Like, I don't like to brag, 'cause bragging doesn't come easy to me, but, you know, last time I played Number 4 at Kuwait City, I got a hole in one.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

groeven
do
proeven
taste
snoeien
cut back
snoeken
pike
snoepen
relish
snoeren
do
snokken
do
snorken
snore
snorren
purr
snuiven
sniff
streven
aim at
troeven
trump

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

schroeven
screw
sluizen
do
smokkelen
smuggle
sneeuwballen
snow balls
sneeuwruimen
snow balls
snepen
do
snoeren
do
snokken
do
solveren
do
sonderen
probe

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?