Meesturen (to send along) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of meesturen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stuur mee
I send along
stuurt mee
you send along
stuurt mee
he/she/it sends along
sturen mee
we send along
sturen mee
you all send along
sturen mee
they send along
Present perfect tense
heb meegestuurd
I have sent along
hebt meegestuurd
you have sent along
heeft meegestuurd
he/she/it has sent along
hebben meegestuurd
we have sent along
hebben meegestuurd
you all have sent along
hebben meegestuurd
they have sent along
Past tense
stuurde mee
I sent along
stuurde mee
you sent along
stuurde mee
he/she/it sent along
stuurden mee
we sent along
stuurden mee
you all sent along
stuurden mee
they sent along
Future tense
zal meesturen
I will send along
zult meesturen
you will send along
zal meesturen
he/she/it will send along
zullen meesturen
we will send along
zullen meesturen
you all will send along
zullen meesturen
they will send along
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou meesturen
I would send along
zou meesturen
you would send along
zou meesturen
he/she/it would send along
zouden meesturen
we would send along
zouden meesturen
you all would send along
zouden meesturen
they would send along
Subjunctive mood
sture mee
I send along
sture mee
you send along
sture mee
he/she/it send along
sture mee
we send along
sture mee
you all send along
sture mee
they send along
Past perfect tense
had meegestuurd
I had sent along
had meegestuurd
you had sent along
had meegestuurd
he/she/it had sent along
hadden meegestuurd
we had sent along
hadden meegestuurd
you all had sent along
hadden meegestuurd
they had sent along
Future perf.
zal meegestuurd hebben
I will have sent along
zal meegestuurd hebben
you will have sent along
zal meegestuurd hebben
he/she/it will have sent along
zullen meegestuurd hebben
we will have sent along
zullen meegestuurd hebben
you all will have sent along
zullen meegestuurd hebben
they will have sent along
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou meegestuurd hebben
I would have sent along
zou meegestuurd hebben
you would have sent along
zou meegestuurd hebben
he/she/it would have sent along
zouden meegestuurd hebben
we would have sent along
zouden meegestuurd hebben
you all would have sent along
zouden meegestuurd hebben
they would have sent along
Present bijzin tense
meestuur
I send along
meestuurt
you send along
meestuurt
he/she/it sends along
meesturen
we send along
meesturen
you all send along
meesturen
they send along
Past bijzin tense
meestuurde
I sent along
meestuurde
you sent along
meestuurde
he/she/it sent along
meestuurden
we sent along
meestuurden
you all sent along
meestuurden
they sent along
Future bijzin tense
zal meesturen
I will send along
zult meesturen
you will send along
zal meesturen
he/she/it will send along
zullen meesturen
we will send along
zullen meesturen
you all will send along
zullen meesturen
they will send along
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou meesturen
I would send along
zou meesturen
you would send along
zou meesturen
he/she/it would send along
zouden meesturen
we would send along
zouden meesturen
you all would send along
zouden meesturen
they would send along
Subjunctive bijzin mood
meesture
I send along
meesture
you send along
meesture
he/she/it send along
meesture
we send along
meesture
you all send along
meesture
they send along
Du
Ihr
Imperative mood
stuur m
send along
stuurt
send along

Examples of meesturen

Example in DutchTranslation in English
De familie wilde een dank-je kaart meesturen, maar hij liet geen adres achter. Dus besloten we de bloemist te bellen.The family wanted to send along a thank-you card, and he didn't leave an address so we decided to call the florist.
Het geheel aan kennis van de 28 bekende melkwegstelsels... zit in de kristallen gevat die ik met je heb meegestuurd.The totalaccumulation ofall knowledge spanning the 28 known galaxies is embeddedin the crystals which Ihave sent along with you.
Hij heeft ook dit meegestuurd.He also sent along this.
Als een van u nu z'n schip als escorte meestuurt...If any of you could send along one of your ships as escort...
Dat was één van m'n agenten, die ik met de ziekenwagen meestuurde.That was one of my agents I sent along for the ambulance ride.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

meesteren
overpower
toesturen
send

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

marineren
marinate
massacreren
create mass
meebeslissen
do
meebieden
do
meedraaien
rotate
meestrijden
do
meetellen
count
meezeilen
cabin
metamorfoseren
metamorphose
meten
measure

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'send along':

None found.
Learning languages?