Klisteren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of klisteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
klisteer
I do
klisteert
you do
klisteert
he/she/it does
klisteren
we do
klisteren
you all do
klisteren
they do
Present perfect tense
heb geklisteerd
I have done
hebt geklisteerd
you have done
heeft geklisteerd
he/she/it has done
hebben geklisteerd
we have done
hebben geklisteerd
you all have done
hebben geklisteerd
they have done
Past tense
klisteerde
I did
klisteerde
you did
klisteerde
he/she/it did
klisteerden
we did
klisteerden
you all did
klisteerden
they did
Future tense
zal klisteren
I will do
zult klisteren
you will do
zal klisteren
he/she/it will do
zullen klisteren
we will do
zullen klisteren
you all will do
zullen klisteren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou klisteren
I would do
zou klisteren
you would do
zou klisteren
he/she/it would do
zouden klisteren
we would do
zouden klisteren
you all would do
zouden klisteren
they would do
Subjunctive mood
klistere
I do
klistere
you do
klistere
he/she/it do
klistere
we do
klistere
you all do
klistere
they do
Past perfect tense
had geklisteerd
I had done
had geklisteerd
you had done
had geklisteerd
he/she/it had done
hadden geklisteerd
we had done
hadden geklisteerd
you all had done
hadden geklisteerd
they had done
Future perf.
zal geklisteerd hebben
I will have done
zal geklisteerd hebben
you will have done
zal geklisteerd hebben
he/she/it will have done
zullen geklisteerd hebben
we will have done
zullen geklisteerd hebben
you all will have done
zullen geklisteerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geklisteerd hebben
I would have done
zou geklisteerd hebben
you would have done
zou geklisteerd hebben
he/she/it would have done
zouden geklisteerd hebben
we would have done
zouden geklisteerd hebben
you all would have done
zouden geklisteerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
klisteer
do
klisteert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

duisteren
do
existeren
exhort
heisteren
heist honor
klauteren
clamber
kletteren
clank
kleuteren
do
kliederen
mess
klonteren
clot
knisteren
crunch
koesteren
cherish
luisteren
listen
teisteren
afflict

Similar but longer

kluisteren
fetter

Random

kenmerken
characterize
kiezen
choose
kladschilderen
daub
klaverjassen
do
kledderen
do
klissen
do
klitten
do
kluppelen
do
kneden
knead
knielen
kneel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?