Kantonneren (to billet) conjugation

Dutch

Conjugation of kantonneren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
kantonneer
I billet
kantonneert
you billet
kantonneert
he/she/it billets
kantonneren
we billet
kantonneren
you all billet
kantonneren
they billet
Present perfect tense
heb gekantonneerd
I have billeted
hebt gekantonneerd
you have billeted
heeft gekantonneerd
he/she/it has billeted
hebben gekantonneerd
we have billeted
hebben gekantonneerd
you all have billeted
hebben gekantonneerd
they have billeted
Past tense
kantonneerde
I billeted
kantonneerde
you billeted
kantonneerde
he/she/it billeted
kantonneerden
we billeted
kantonneerden
you all billeted
kantonneerden
they billeted
Future tense
zal kantonneren
I will billet
zult kantonneren
you will billet
zal kantonneren
he/she/it will billet
zullen kantonneren
we will billet
zullen kantonneren
you all will billet
zullen kantonneren
they will billet
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kantonneren
I would billet
zou kantonneren
you would billet
zou kantonneren
he/she/it would billet
zouden kantonneren
we would billet
zouden kantonneren
you all would billet
zouden kantonneren
they would billet
Subjunctive mood
kantonnere
I billet
kantonnere
you billet
kantonnere
he/she/it billet
kantonnere
we billet
kantonnere
you all billet
kantonnere
they billet
Past perfect tense
had gekantonneerd
I had billeted
had gekantonneerd
you had billeted
had gekantonneerd
he/she/it had billeted
hadden gekantonneerd
we had billeted
hadden gekantonneerd
you all had billeted
hadden gekantonneerd
they had billeted
Future perf.
zal gekantonneerd hebben
I will have billeted
zal gekantonneerd hebben
you will have billeted
zal gekantonneerd hebben
he/she/it will have billeted
zullen gekantonneerd hebben
we will have billeted
zullen gekantonneerd hebben
you all will have billeted
zullen gekantonneerd hebben
they will have billeted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekantonneerd hebben
I would have billeted
zou gekantonneerd hebben
you would have billeted
zou gekantonneerd hebben
he/she/it would have billeted
zouden gekantonneerd hebben
we would have billeted
zouden gekantonneerd hebben
you all would have billeted
zouden gekantonneerd hebben
they would have billeted
Du
Ihr
Imperative mood
kantonneer
billet
kantonneert
billet

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

kartonneren
carton

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'billet':

None found.
Learning languages?