Druipstaarten (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of druipstaarten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
druipstaart
I do
druipstaart
you do
druipstaart
he/she/it does
druipstaarten
we do
druipstaarten
you all do
druipstaarten
they do
Present perfect tense
heb gedruipstaart
I have done
hebt gedruipstaart
you have done
heeft gedruipstaart
he/she/it has done
hebben gedruipstaart
we have done
hebben gedruipstaart
you all have done
hebben gedruipstaart
they have done
Past tense
druipstaartte
I did
druipstaartte
you did
druipstaartte
he/she/it did
druipstaartten
we did
druipstaartten
you all did
druipstaartten
they did
Future tense
zal druipstaarten
I will do
zult druipstaarten
you will do
zal druipstaarten
he/she/it will do
zullen druipstaarten
we will do
zullen druipstaarten
you all will do
zullen druipstaarten
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou druipstaarten
I would do
zou druipstaarten
you would do
zou druipstaarten
he/she/it would do
zouden druipstaarten
we would do
zouden druipstaarten
you all would do
zouden druipstaarten
they would do
Subjunctive mood
druipstaarte
I do
druipstaarte
you do
druipstaarte
he/she/it do
druipstaarte
we do
druipstaarte
you all do
druipstaarte
they do
Past perfect tense
had gedruipstaart
I had done
had gedruipstaart
you had done
had gedruipstaart
he/she/it had done
hadden gedruipstaart
we had done
hadden gedruipstaart
you all had done
hadden gedruipstaart
they had done
Future perf.
zal gedruipstaart hebben
I will have done
zal gedruipstaart hebben
you will have done
zal gedruipstaart hebben
he/she/it will have done
zullen gedruipstaart hebben
we will have done
zullen gedruipstaart hebben
you all will have done
zullen gedruipstaart hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gedruipstaart hebben
I would have done
zou gedruipstaart hebben
you would have done
zou gedruipstaart hebben
he/she/it would have done
zouden gedruipstaart hebben
we would have done
zouden gedruipstaart hebben
you all would have done
zouden gedruipstaart hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
druipstaart
do
druipstaart
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

dooremmeren
do
doorvliegen
fly
doorvragen
do
doorzeuren
linger
droogzwemmen
dry swimming
droppelen
drip
druipen
drip
druisen
contrary
dubbelen
do
dwepen
bother

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?