Chambreren (to cease) conjugation

Dutch

Conjugation of chambreren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
chambreer
I cease
chambreert
you cease
chambreert
he/she/it ceases
chambreren
we cease
chambreren
you all cease
chambreren
they cease
Present perfect tense
heb gechambreerd
I have ceased
hebt gechambreerd
you have ceased
heeft gechambreerd
he/she/it has ceased
hebben gechambreerd
we have ceased
hebben gechambreerd
you all have ceased
hebben gechambreerd
they have ceased
Past tense
chambreerde
I ceased
chambreerde
you ceased
chambreerde
he/she/it ceased
chambreerden
we ceased
chambreerden
you all ceased
chambreerden
they ceased
Future tense
zal chambreren
I will cease
zult chambreren
you will cease
zal chambreren
he/she/it will cease
zullen chambreren
we will cease
zullen chambreren
you all will cease
zullen chambreren
they will cease
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou chambreren
I would cease
zou chambreren
you would cease
zou chambreren
he/she/it would cease
zouden chambreren
we would cease
zouden chambreren
you all would cease
zouden chambreren
they would cease
Subjunctive mood
chambrere
I cease
chambrere
you cease
chambrere
he/she/it cease
chambrere
we cease
chambrere
you all cease
chambrere
they cease
Past perfect tense
had gechambreerd
I had ceased
had gechambreerd
you had ceased
had gechambreerd
he/she/it had ceased
hadden gechambreerd
we had ceased
hadden gechambreerd
you all had ceased
hadden gechambreerd
they had ceased
Future perf.
zal gechambreerd hebben
I will have ceased
zal gechambreerd hebben
you will have ceased
zal gechambreerd hebben
he/she/it will have ceased
zullen gechambreerd hebben
we will have ceased
zullen gechambreerd hebben
you all will have ceased
zullen gechambreerd hebben
they will have ceased
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gechambreerd hebben
I would have ceased
zou gechambreerd hebben
you would have ceased
zou gechambreerd hebben
he/she/it would have ceased
zouden gechambreerd hebben
we would have ceased
zouden gechambreerd hebben
you all would have ceased
zouden gechambreerd hebben
they would have ceased
Du
Ihr
Imperative mood
chambreer
cease
chambreert
cease

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

buten
do
caramboleren
cannon
catalogeren
catalog
cc'en
do
certificeren
certify
cesseren
cease
changeren
do
chargeren
attack
coifferen
cohabit
collaberen
collapse

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cease':

None found.
Learning languages?