Behangen (to wallpaper) conjugation

Dutch
11 examples

Conjugation of behangen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
behang
I wallpaper
behangt
you wallpaper
behangt
he/she/it wallpapers
behangen
we wallpaper
behangen
you all wallpaper
behangen
they wallpaper
Present perfect tense
heb behangen
I have wallpapered
hebt behangen
you have wallpapered
heeft behangen
he/she/it has wallpapered
hebben behangen
we have wallpapered
hebben behangen
you all have wallpapered
hebben behangen
they have wallpapered
Past tense
behing
I wallpapered
behing
you wallpapered
behing
he/she/it wallpapered
behingen
we wallpapered
behingen
you all wallpapered
behingen
they wallpapered
Future tense
zal behangen
I will wallpaper
zult behangen
you will wallpaper
zal behangen
he/she/it will wallpaper
zullen behangen
we will wallpaper
zullen behangen
you all will wallpaper
zullen behangen
they will wallpaper
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou behangen
I would wallpaper
zou behangen
you would wallpaper
zou behangen
he/she/it would wallpaper
zouden behangen
we would wallpaper
zouden behangen
you all would wallpaper
zouden behangen
they would wallpaper
Subjunctive mood
behange
I wallpaper
behange
you wallpaper
behange
he/she/it wallpaper
behange
we wallpaper
behange
you all wallpaper
behange
they wallpaper
Past perfect tense
had behangen
I had wallpapered
had behangen
you had wallpapered
had behangen
he/she/it had wallpapered
hadden behangen
we had wallpapered
hadden behangen
you all had wallpapered
hadden behangen
they had wallpapered
Future perf.
zal behangen hebben
I will have wallpapered
zal behangen hebben
you will have wallpapered
zal behangen hebben
he/she/it will have wallpapered
zullen behangen hebben
we will have wallpapered
zullen behangen hebben
you all will have wallpapered
zullen behangen hebben
they will have wallpapered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou behangen hebben
I would have wallpapered
zou behangen hebben
you would have wallpapered
zou behangen hebben
he/she/it would have wallpapered
zouden behangen hebben
we would have wallpapered
zouden behangen hebben
you all would have wallpapered
zouden behangen hebben
they would have wallpapered
Du
Ihr
Imperative mood
behang
wallpaper
behangt
wallpaper

Examples of behangen

Example in DutchTranslation in English
Als het aan mij lag, kon je de hele plek er mee behangen. Maar de eigenaar maakt de regels.If it was up to me, you could wallpaper the whole place with them but the owner makes the rules.
Dat housewarming feest dat jij en Thomas gaven, waar jij iedereen er in luisde om te schilderen en te behangen.That house-warming party that you and Thomas had, where you conned everybody into painting and wallpapering.
Dat kan verklaren waarom ze genoeg knipsels heeft over de zaak om mee te behangen.Might explain why she has enough press clippings about this case to wallpaper an asylum.
De muren zijn pas behangen.These walls were just wallpapered.
De vorige keer dat hij hier heeft gegeten, heb ik opnieuw moeten behangen.Last time I had Ben over for greens, I had to re-wallpaper.
- Dat is anaglyptisch behang.- That's anaglypta wallpaper.
- Een rol behang?- Next size is a roll of wallpaper!
- Het behang, Wes. Toilet?The wallpaper, wes.
- Ik geef niets om behang.- I don't care about wallpaper.
- In het behang.It's in the wallpaper.
En toen ik wel sliep, droomde ik dat Holbrook Ezra's hele appartement... behangt had met mijn brief voor Jackie.And when I did, I dreamt that Holbrook wallpapered. Ezra's entire apartment with my letter to Jackie.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhangen
depend
bedingen
carp at
behakken
do
belangen
do
beringen
do
bevangen
do
bezingen
sing
omhangen
do
ophangen
suspend

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wallpaper':

None found.
Learning languages?