Zwartvissen (to black fish) conjugation

Dutch

Conjugation of zwartvissen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vis zwart
I black fish
vist zwart
you black fish
vist zwart
he/she/it blacks fish
vissen zwart
we black fish
vissen zwart
you all black fish
vissen zwart
they black fish
Present perfect tense
heb zwartgevist
I have blacked fish
hebt zwartgevist
you have blacked fish
heeft zwartgevist
he/she/it has blacked fish
hebben zwartgevist
we have blacked fish
hebben zwartgevist
you all have blacked fish
hebben zwartgevist
they have blacked fish
Past tense
viste zwart
I blacked fish
viste zwart
you blacked fish
viste zwart
he/she/it blacked fish
visten zwart
we blacked fish
visten zwart
you all blacked fish
visten zwart
they blacked fish
Future tense
zal zwartvissen
I will black fish
zult zwartvissen
you will black fish
zal zwartvissen
he/she/it will black fish
zullen zwartvissen
we will black fish
zullen zwartvissen
you all will black fish
zullen zwartvissen
they will black fish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zwartvissen
I would black fish
zou zwartvissen
you would black fish
zou zwartvissen
he/she/it would black fish
zouden zwartvissen
we would black fish
zouden zwartvissen
you all would black fish
zouden zwartvissen
they would black fish
Subjunctive mood
visse zwart
I black fish
visse zwart
you black fish
visse zwart
he/she/it black fish
visse zwart
we black fish
visse zwart
you all black fish
visse zwart
they black fish
Past perfect tense
had zwartgevist
I had blacked fish
had zwartgevist
you had blacked fish
had zwartgevist
he/she/it had blacked fish
hadden zwartgevist
we had blacked fish
hadden zwartgevist
you all had blacked fish
hadden zwartgevist
they had blacked fish
Future perf.
zal zwartgevist hebben
I will have blacked fish
zal zwartgevist hebben
you will have blacked fish
zal zwartgevist hebben
he/she/it will have blacked fish
zullen zwartgevist hebben
we will have blacked fish
zullen zwartgevist hebben
you all will have blacked fish
zullen zwartgevist hebben
they will have blacked fish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou zwartgevist hebben
I would have blacked fish
zou zwartgevist hebben
you would have blacked fish
zou zwartgevist hebben
he/she/it would have blacked fish
zouden zwartgevist hebben
we would have blacked fish
zouden zwartgevist hebben
you all would have blacked fish
zouden zwartgevist hebben
they would have blacked fish
Present bijzin tense
zwartvis
I black fish
zwartvist
you black fish
zwartvist
he/she/it blacks fish
zwartvissen
we black fish
zwartvissen
you all black fish
zwartvissen
they black fish
Past bijzin tense
zwartviste
I blacked fish
zwartviste
you blacked fish
zwartviste
he/she/it blacked fish
zwartvisten
we blacked fish
zwartvisten
you all blacked fish
zwartvisten
they blacked fish
Future bijzin tense
zal zwartvissen
I will black fish
zult zwartvissen
you will black fish
zal zwartvissen
he/she/it will black fish
zullen zwartvissen
we will black fish
zullen zwartvissen
you all will black fish
zullen zwartvissen
they will black fish
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou zwartvissen
I would black fish
zou zwartvissen
you would black fish
zou zwartvissen
he/she/it would black fish
zouden zwartvissen
we would black fish
zouden zwartvissen
you all would black fish
zouden zwartvissen
they would black fish
Subjunctive bijzin mood
zwartvisse
I black fish
zwartvisse
you black fish
zwartvisse
he/she/it black fish
zwartvisse
we black fish
zwartvisse
you all black fish
zwartvisse
they black fish
Du
Ihr
Imperative mood
vis zwart
black fish
vist zwart
black fish

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

aanaarden
earth up
zeuren
whine
zoemen
buzz
zorg dragen
take care
zwammen
do
zwartrijden
fare dodging
zwartselen
black remains
zwartwerken
do
zweten
sweat
zwijnen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'black fish':

None found.
Learning languages?