Zaligen (to descend) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of zaligen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zalig
I descend
zaligt
you descend
zaligt
he/she/it descends
zaligen
we descend
zaligen
you all descend
zaligen
they descend
Present perfect tense
heb gezaligd
I have descended
hebt gezaligd
you have descended
heeft gezaligd
he/she/it has descended
hebben gezaligd
we have descended
hebben gezaligd
you all have descended
hebben gezaligd
they have descended
Past tense
zaligde
I descended
zaligde
you descended
zaligde
he/she/it descended
zaligden
we descended
zaligden
you all descended
zaligden
they descended
Future tense
zal zaligen
I will descend
zult zaligen
you will descend
zal zaligen
he/she/it will descend
zullen zaligen
we will descend
zullen zaligen
you all will descend
zullen zaligen
they will descend
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zaligen
I would descend
zou zaligen
you would descend
zou zaligen
he/she/it would descend
zouden zaligen
we would descend
zouden zaligen
you all would descend
zouden zaligen
they would descend
Subjunctive mood
zalige
I descend
zalige
you descend
zalige
he/she/it descend
zalige
we descend
zalige
you all descend
zalige
they descend
Past perfect tense
had gezaligd
I had descended
had gezaligd
you had descended
had gezaligd
he/she/it had descended
hadden gezaligd
we had descended
hadden gezaligd
you all had descended
hadden gezaligd
they had descended
Future perf.
zal gezaligd hebben
I will have descended
zal gezaligd hebben
you will have descended
zal gezaligd hebben
he/she/it will have descended
zullen gezaligd hebben
we will have descended
zullen gezaligd hebben
you all will have descended
zullen gezaligd hebben
they will have descended
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezaligd hebben
I would have descended
zou gezaligd hebben
you would have descended
zou gezaligd hebben
he/she/it would have descended
zouden gezaligd hebben
we would have descended
zouden gezaligd hebben
you all would have descended
zouden gezaligd hebben
they would have descended
Du
Ihr
Imperative mood
zalig
descend
zaligt
descend

Examples of zaligen

Example in DutchTranslation in English
Alleen een Krady Beest laat de lijken opgekeerd liggen. - Dus geen zalig Verweg voor hen.And who but a Krady beast would leave the nullified bodies of mine and ours upturned... so they'll never descend to the gloried Wayafter.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wegzakken
sink
wenken
beckon
wezen
be
wikkelen
wrap
wringen
contort
wurmen
do
zakendoen
do business
zakken
descend
zalven
anoint
ziften
sieve

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'descend':

None found.
Learning languages?