Wildplakken (to wild paste) conjugation

Dutch

Conjugation of wildplakken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
plak wild
I wild paste
plakt wild
you wild paste
plakt wild
he/she/it wilds paste
plakken wild
we wild paste
plakken wild
you all wild paste
plakken wild
they wild paste
Present perfect tense
heb wildgeplakt
I have wilded paste
hebt wildgeplakt
you have wilded paste
heeft wildgeplakt
he/she/it has wilded paste
hebben wildgeplakt
we have wilded paste
hebben wildgeplakt
you all have wilded paste
hebben wildgeplakt
they have wilded paste
Past tense
plakte wild
I wilded paste
plakte wild
you wilded paste
plakte wild
he/she/it wilded paste
plakten wild
we wilded paste
plakten wild
you all wilded paste
plakten wild
they wilded paste
Future tense
zal wildplakken
I will wild paste
zult wildplakken
you will wild paste
zal wildplakken
he/she/it will wild paste
zullen wildplakken
we will wild paste
zullen wildplakken
you all will wild paste
zullen wildplakken
they will wild paste
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wildplakken
I would wild paste
zou wildplakken
you would wild paste
zou wildplakken
he/she/it would wild paste
zouden wildplakken
we would wild paste
zouden wildplakken
you all would wild paste
zouden wildplakken
they would wild paste
Subjunctive mood
plakke wild
I wild paste
plakke wild
you wild paste
plakke wild
he/she/it wild paste
plakke wild
we wild paste
plakke wild
you all wild paste
plakke wild
they wild paste
Past perfect tense
had wildgeplakt
I had wilded paste
had wildgeplakt
you had wilded paste
had wildgeplakt
he/she/it had wilded paste
hadden wildgeplakt
we had wilded paste
hadden wildgeplakt
you all had wilded paste
hadden wildgeplakt
they had wilded paste
Future perf.
zal wildgeplakt hebben
I will have wilded paste
zal wildgeplakt hebben
you will have wilded paste
zal wildgeplakt hebben
he/she/it will have wilded paste
zullen wildgeplakt hebben
we will have wilded paste
zullen wildgeplakt hebben
you all will have wilded paste
zullen wildgeplakt hebben
they will have wilded paste
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou wildgeplakt hebben
I would have wilded paste
zou wildgeplakt hebben
you would have wilded paste
zou wildgeplakt hebben
he/she/it would have wilded paste
zouden wildgeplakt hebben
we would have wilded paste
zouden wildgeplakt hebben
you all would have wilded paste
zouden wildgeplakt hebben
they would have wilded paste
Present bijzin tense
wildplak
I wild paste
wildplakt
you wild paste
wildplakt
he/she/it wilds paste
wildplakken
we wild paste
wildplakken
you all wild paste
wildplakken
they wild paste
Past bijzin tense
wildplakte
I wilded paste
wildplakte
you wilded paste
wildplakte
he/she/it wilded paste
wildplakten
we wilded paste
wildplakten
you all wilded paste
wildplakten
they wilded paste
Future bijzin tense
zal wildplakken
I will wild paste
zult wildplakken
you will wild paste
zal wildplakken
he/she/it will wild paste
zullen wildplakken
we will wild paste
zullen wildplakken
you all will wild paste
zullen wildplakken
they will wild paste
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wildplakken
I would wild paste
zou wildplakken
you would wild paste
zou wildplakken
he/she/it would wild paste
zouden wildplakken
we would wild paste
zouden wildplakken
you all would wild paste
zouden wildplakken
they would wild paste
Subjunctive bijzin mood
wildplakke
I wild paste
wildplakke
you wild paste
wildplakke
he/she/it wild paste
wildplakke
we wild paste
wildplakke
you all wild paste
wildplakke
they wild paste
Du
Ihr
Imperative mood
plak wild
wild paste
plakt wil
wild paste

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

wildplassen
wild paste

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

wegscheuren
tear
wegslikken
swallow
wegtreiteren
do
wegwuiven
wave away
weiven
do
welgaan
be well
weven
weave
wikken
weigh
wildplassen
wild paste
wroegen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wild paste':

None found.
Learning languages?