Wegschrijven (to write) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of wegschrijven

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schrijf weg
I write
schrijft weg
you write
schrijft weg
he/she/it writes
schrijven weg
we write
schrijven weg
you all write
schrijven weg
they write
Present perfect tense
heb weggeschreven
I have written
hebt weggeschreven
you have written
heeft weggeschreven
he/she/it has written
hebben weggeschreven
we have written
hebben weggeschreven
you all have written
hebben weggeschreven
they have written
Past tense
schreef weg
I wrote
schreef weg
you wrote
schreef weg
he/she/it wrote
schreven weg
we wrote
schreven weg
you all wrote
schreven weg
they wrote
Future tense
zal wegschrijven
I will write
zult wegschrijven
you will write
zal wegschrijven
he/she/it will write
zullen wegschrijven
we will write
zullen wegschrijven
you all will write
zullen wegschrijven
they will write
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegschrijven
I would write
zou wegschrijven
you would write
zou wegschrijven
he/she/it would write
zouden wegschrijven
we would write
zouden wegschrijven
you all would write
zouden wegschrijven
they would write
Subjunctive mood
schrijve weg
I write
schrijve weg
you write
schrijve weg
he/she/it write
schrijve weg
we write
schrijve weg
you all write
schrijve weg
they write
Past perfect tense
had weggeschreven
I had written
had weggeschreven
you had written
had weggeschreven
he/she/it had written
hadden weggeschreven
we had written
hadden weggeschreven
you all had written
hadden weggeschreven
they had written
Future perf.
zal weggeschreven hebben
I will have written
zal weggeschreven hebben
you will have written
zal weggeschreven hebben
he/she/it will have written
zullen weggeschreven hebben
we will have written
zullen weggeschreven hebben
you all will have written
zullen weggeschreven hebben
they will have written
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggeschreven hebben
I would have written
zou weggeschreven hebben
you would have written
zou weggeschreven hebben
he/she/it would have written
zouden weggeschreven hebben
we would have written
zouden weggeschreven hebben
you all would have written
zouden weggeschreven hebben
they would have written
Present bijzin tense
wegschrijf
I write
wegschrijft
you write
wegschrijft
he/she/it writes
wegschrijven
we write
wegschrijven
you all write
wegschrijven
they write
Past bijzin tense
wegschreef
I wrote
wegschreef
you wrote
wegschreef
he/she/it wrote
wegschreven
we wrote
wegschreven
you all wrote
wegschreven
they wrote
Future bijzin tense
zal wegschrijven
I will write
zult wegschrijven
you will write
zal wegschrijven
he/she/it will write
zullen wegschrijven
we will write
zullen wegschrijven
you all will write
zullen wegschrijven
they will write
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegschrijven
I would write
zou wegschrijven
you would write
zou wegschrijven
he/she/it would write
zouden wegschrijven
we would write
zouden wegschrijven
you all would write
zouden wegschrijven
they would write
Subjunctive bijzin mood
wegschrijve
I write
wegschrijve
you write
wegschrijve
he/she/it write
wegschrijve
we write
wegschrijve
you all write
wegschrijve
they write
Du
Ihr
Imperative mood
schrijf weg
write
schrijft weg
write

Examples of wegschrijven

Example in DutchTranslation in English
Als je data wegschrijft naar 'n harddisk komt het elektronisch en magnetisch op een harddisk-schijf.When you write data onto a hard drive. It's triggered electronically and magnetically onto a hard drive plate.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'write':

None found.
Learning languages?