Wegcijferen (to efface) conjugation

Dutch

Conjugation of wegcijferen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
cijfer weg
I efface
cijfert weg
you efface
cijfert weg
he/she/it effaces
cijferen weg
we efface
cijferen weg
you all efface
cijferen weg
they efface
Present perfect tense
heb weggecijferd
I have effaced
hebt weggecijferd
you have effaced
heeft weggecijferd
he/she/it has effaced
hebben weggecijferd
we have effaced
hebben weggecijferd
you all have effaced
hebben weggecijferd
they have effaced
Past tense
cijferde weg
I effaced
cijferde weg
you effaced
cijferde weg
he/she/it effaced
cijferden weg
we effaced
cijferden weg
you all effaced
cijferden weg
they effaced
Future tense
zal wegcijferen
I will efface
zult wegcijferen
you will efface
zal wegcijferen
he/she/it will efface
zullen wegcijferen
we will efface
zullen wegcijferen
you all will efface
zullen wegcijferen
they will efface
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegcijferen
I would efface
zou wegcijferen
you would efface
zou wegcijferen
he/she/it would efface
zouden wegcijferen
we would efface
zouden wegcijferen
you all would efface
zouden wegcijferen
they would efface
Subjunctive mood
cijfere weg
I efface
cijfere weg
you efface
cijfere weg
he/she/it efface
cijfere weg
we efface
cijfere weg
you all efface
cijfere weg
they efface
Past perfect tense
had weggecijferd
I had effaced
had weggecijferd
you had effaced
had weggecijferd
he/she/it had effaced
hadden weggecijferd
we had effaced
hadden weggecijferd
you all had effaced
hadden weggecijferd
they had effaced
Future perf.
zal weggecijferd hebben
I will have effaced
zal weggecijferd hebben
you will have effaced
zal weggecijferd hebben
he/she/it will have effaced
zullen weggecijferd hebben
we will have effaced
zullen weggecijferd hebben
you all will have effaced
zullen weggecijferd hebben
they will have effaced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggecijferd hebben
I would have effaced
zou weggecijferd hebben
you would have effaced
zou weggecijferd hebben
he/she/it would have effaced
zouden weggecijferd hebben
we would have effaced
zouden weggecijferd hebben
you all would have effaced
zouden weggecijferd hebben
they would have effaced
Present bijzin tense
wegcijfer
I efface
wegcijfert
you efface
wegcijfert
he/she/it effaces
wegcijferen
we efface
wegcijferen
you all efface
wegcijferen
they efface
Past bijzin tense
wegcijferde
I effaced
wegcijferde
you effaced
wegcijferde
he/she/it effaced
wegcijferden
we effaced
wegcijferden
you all effaced
wegcijferden
they effaced
Future bijzin tense
zal wegcijferen
I will efface
zult wegcijferen
you will efface
zal wegcijferen
he/she/it will efface
zullen wegcijferen
we will efface
zullen wegcijferen
you all will efface
zullen wegcijferen
they will efface
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegcijferen
I would efface
zou wegcijferen
you would efface
zou wegcijferen
he/she/it would efface
zouden wegcijferen
we would efface
zouden wegcijferen
you all would efface
zouden wegcijferen
they would efface
Subjunctive bijzin mood
wegcijfere
I efface
wegcijfere
you efface
wegcijfere
he/she/it efface
wegcijfere
we efface
wegcijfere
you all efface
wegcijfere
they efface
Du
Ihr
Imperative mood
cijfer weg
efface
cijfert weg
efface

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vroegstukken
free wheels
vuren
fire
warrelen
swirl
weerkaatsen
reflect
weerspreken
contradict
wegbreken
break away
wegbrengen
break away
wegdeemsteren
do
wegeren
do
weggieten
decant

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'efface':

None found.
Learning languages?