Wegbrengen (to break away) conjugation

Dutch

Conjugation of wegbrengen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
breng weg
I break away
brengt weg
you break away
brengt weg
he/she/it breaks away
brengen weg
we break away
brengen weg
you all break away
brengen weg
they break away
Present perfect tense
heb weggebracht
I have broken away
hebt weggebracht
you have broken away
heeft weggebracht
he/she/it has broken away
hebben weggebracht
we have broken away
hebben weggebracht
you all have broken away
hebben weggebracht
they have broken away
Past tense
bracht weg
I broke away
bracht weg
you broke away
bracht weg
he/she/it broke away
brachten weg
we broke away
brachten weg
you all broke away
brachten weg
they broke away
Future tense
zal wegbrengen
I will break away
zult wegbrengen
you will break away
zal wegbrengen
he/she/it will break away
zullen wegbrengen
we will break away
zullen wegbrengen
you all will break away
zullen wegbrengen
they will break away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegbrengen
I would break away
zou wegbrengen
you would break away
zou wegbrengen
he/she/it would break away
zouden wegbrengen
we would break away
zouden wegbrengen
you all would break away
zouden wegbrengen
they would break away
Subjunctive mood
brenge weg
I break away
brenge weg
you break away
brenge weg
he/she/it break away
brenge weg
we break away
brenge weg
you all break away
brenge weg
they break away
Past perfect tense
had weggebracht
I had broken away
had weggebracht
you had broken away
had weggebracht
he/she/it had broken away
hadden weggebracht
we had broken away
hadden weggebracht
you all had broken away
hadden weggebracht
they had broken away
Future perf.
zal weggebracht hebben
I will have broken away
zal weggebracht hebben
you will have broken away
zal weggebracht hebben
he/she/it will have broken away
zullen weggebracht hebben
we will have broken away
zullen weggebracht hebben
you all will have broken away
zullen weggebracht hebben
they will have broken away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou weggebracht hebben
I would have broken away
zou weggebracht hebben
you would have broken away
zou weggebracht hebben
he/she/it would have broken away
zouden weggebracht hebben
we would have broken away
zouden weggebracht hebben
you all would have broken away
zouden weggebracht hebben
they would have broken away
Present bijzin tense
wegbreng
I break away
wegbrengt
you break away
wegbrengt
he/she/it breaks away
wegbrengen
we break away
wegbrengen
you all break away
wegbrengen
they break away
Past bijzin tense
wegbracht
I broke away
wegbracht
you broke away
wegbracht
he/she/it broke away
wegbrachten
we broke away
wegbrachten
you all broke away
wegbrachten
they broke away
Future bijzin tense
zal wegbrengen
I will break away
zult wegbrengen
you will break away
zal wegbrengen
he/she/it will break away
zullen wegbrengen
we will break away
zullen wegbrengen
you all will break away
zullen wegbrengen
they will break away
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wegbrengen
I would break away
zou wegbrengen
you would break away
zou wegbrengen
he/she/it would break away
zouden wegbrengen
we would break away
zouden wegbrengen
you all would break away
zouden wegbrengen
they would break away
Subjunctive bijzin mood
wegbrenge
I break away
wegbrenge
you break away
wegbrenge
he/she/it break away
wegbrenge
we break away
wegbrenge
you all break away
wegbrenge
they break away
Du
Ihr
Imperative mood
breng weg
break away
brengt weg
break away

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vragen
ask
vrijhouden
keep free
vutten
do
waterpassen
level
wegbenen
do
wegbreken
break away
wegcijferen
efface
wegebben
ebb
weghakken
do
weghonen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'break away':

None found.
Learning languages?