Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
wederkrijgen
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
wederkrijgen
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
krijg weder
I do
krijgt weder
you do
krijgt weder
he/she/it does
krijgen weder
we do
krijgen weder
you all do
krijgen weder
they do
Present perfect tense
heb wedergekregen
I have done
hebt wedergekregen
you have done
heeft wedergekregen
he/she/it has done
hebben wedergekregen
we have done
hebben wedergekregen
you all have done
hebben wedergekregen
they have done
Past tense
kreeg weder
I did
kreeg weder
you did
kreeg weder
he/she/it did
kregen weder
we did
kregen weder
you all did
kregen weder
they did
Future tense
zal wederkrijgen
I will do
zult wederkrijgen
you will do
zal wederkrijgen
he/she/it will do
zullen wederkrijgen
we will do
zullen wederkrijgen
you all will do
zullen wederkrijgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wederkrijgen
I would do
zou wederkrijgen
you would do
zou wederkrijgen
he/she/it would do
zouden wederkrijgen
we would do
zouden wederkrijgen
you all would do
zouden wederkrijgen
they would do
Subjunctive mood
krijge weder
I do
krijge weder
you do
krijge weder
he/she/it do
krijge weder
we do
krijge weder
you all do
krijge weder
they do
Past perfect tense
had wedergekregen
I had done
had wedergekregen
you had done
had wedergekregen
he/she/it had done
hadden wedergekregen
we had done
hadden wedergekregen
you all had done
hadden wedergekregen
they had done
Future perf.
zal wedergekregen hebben
I will have done
zal wedergekregen hebben
you will have done
zal wedergekregen hebben
he/she/it will have done
zullen wedergekregen hebben
we will have done
zullen wedergekregen hebben
you all will have done
zullen wedergekregen hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou wedergekregen hebben
I would have done
zou wedergekregen hebben
you would have done
zou wedergekregen hebben
he/she/it would have done
zouden wedergekregen hebben
we would have done
zouden wedergekregen hebben
you all would have done
zouden wedergekregen hebben
they would have done
Present bijzin tense
wederkrijg
I do
wederkrijgt
you do
wederkrijgt
he/she/it does
wederkrijgen
we do
wederkrijgen
you all do
wederkrijgen
they do
Past bijzin tense
wederkreeg
I did
wederkreeg
you did
wederkreeg
he/she/it did
wederkregen
we did
wederkregen
you all did
wederkregen
they did
Future bijzin tense
zal wederkrijgen
I will do
zult wederkrijgen
you will do
zal wederkrijgen
he/she/it will do
zullen wederkrijgen
we will do
zullen wederkrijgen
you all will do
zullen wederkrijgen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou wederkrijgen
I would do
zou wederkrijgen
you would do
zou wederkrijgen
he/she/it would do
zouden wederkrijgen
we would do
zouden wederkrijgen
you all would do
zouden wederkrijgen
they would do
Subjunctive bijzin mood
wederkrijge
I do
wederkrijge
you do
wederkrijge
he/she/it do
wederkrijge
we do
wederkrijge
you all do
wederkrijge
they do
Du
Ihr
Imperative mood
krijg weder
do
krijgt w
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
wederkrijgen
Back to Top