Wantrouwen (to suspicion) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of wantrouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wantrouw
I suspicion
wantrouwt
you suspicion
wantrouwt
he/she/it suspicions
wantrouwen
we suspicion
wantrouwen
you all suspicion
wantrouwen
they suspicion
Present perfect tense
heb gewantrouwd
I have suspicioned
hebt gewantrouwd
you have suspicioned
heeft gewantrouwd
he/she/it has suspicioned
hebben gewantrouwd
we have suspicioned
hebben gewantrouwd
you all have suspicioned
hebben gewantrouwd
they have suspicioned
Past tense
wantrouwde
I suspicioned
wantrouwde
you suspicioned
wantrouwde
he/she/it suspicioned
wantrouwden
we suspicioned
wantrouwden
you all suspicioned
wantrouwden
they suspicioned
Future tense
zal wantrouwen
I will suspicion
zult wantrouwen
you will suspicion
zal wantrouwen
he/she/it will suspicion
zullen wantrouwen
we will suspicion
zullen wantrouwen
you all will suspicion
zullen wantrouwen
they will suspicion
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wantrouwen
I would suspicion
zou wantrouwen
you would suspicion
zou wantrouwen
he/she/it would suspicion
zouden wantrouwen
we would suspicion
zouden wantrouwen
you all would suspicion
zouden wantrouwen
they would suspicion
Subjunctive mood
wantrouwe
I suspicion
wantrouwe
you suspicion
wantrouwe
he/she/it suspicion
wantrouwe
we suspicion
wantrouwe
you all suspicion
wantrouwe
they suspicion
Past perfect tense
had gewantrouwd
I had suspicioned
had gewantrouwd
you had suspicioned
had gewantrouwd
he/she/it had suspicioned
hadden gewantrouwd
we had suspicioned
hadden gewantrouwd
you all had suspicioned
hadden gewantrouwd
they had suspicioned
Future perf.
zal gewantrouwd hebben
I will have suspicioned
zal gewantrouwd hebben
you will have suspicioned
zal gewantrouwd hebben
he/she/it will have suspicioned
zullen gewantrouwd hebben
we will have suspicioned
zullen gewantrouwd hebben
you all will have suspicioned
zullen gewantrouwd hebben
they will have suspicioned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewantrouwd hebben
I would have suspicioned
zou gewantrouwd hebben
you would have suspicioned
zou gewantrouwd hebben
he/she/it would have suspicioned
zouden gewantrouwd hebben
we would have suspicioned
zouden gewantrouwd hebben
you all would have suspicioned
zouden gewantrouwd hebben
they would have suspicioned
Du
Ihr
Imperative mood
wantrouw
suspicion
wantrouwt
suspicion

Examples of wantrouwen

Example in DutchTranslation in English
- Nee, dat zou wantrouwen kunnen opwekken.No. That may arouse suspicion.
Andere zeggen dat de onrust veroorzaakt werd door elementen in de nationale partijen... om negatieve wantrouwen te veroorzaken bij de minderheden.Others say the unrest was triggered by elements within the nationalist parties to cast negative suspicion on racial minorities.
Begrijp je mijn wantrouwen nu?Now you can understand my suspicion. Booth, capitalism requires...
De begonia en lavendel respectievelijk gevaar en wantrouwen.The begonia and lavender danger and suspicion, respectively.
De cirkel van wantrouwen wordt kleiner.The circle of suspicion grows smaller.
En we grijpen naar dit nieuwe verhaal gedreven door de wantrouw... die gewone taal niet duidelijk kon maken.We grasped for this new history, driven by suspicion that ordinary language couldn't tell it.
Hij weet vast dat ik hem wantrouw en wil de stad verlaten.He is obviously aware of my suspicions and is attempting his escape.
Ik wantrouw je al een tijd en nu weet ik dat ik gelijk had.For a long time I've had my suspicions about you and now I know I've been right.
De koning wantrouwt zijn eerste minister... en wij moeten dat wantrouwen aanwakkeren.The King is suspicious of his first minister and we should encourage those suspicions.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vooruitkijken
look ahead
vrijkopen
release
waarschuwen
warn
walsen
roll
wanhopen
despair
wannen
winnow
wapenen
arm
wederkomen
come again
wedervinden
do
weerkomen
come again

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'suspicion':

None found.
Learning languages?