Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vooruitzien (to accelerate) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zie vooruit
ziet vooruit
ziet vooruit
zien vooruit
zien vooruit
zien vooruit
Present perfect tense
heb vooruitgezien
hebt vooruitgezien
heeft vooruitgezien
hebben vooruitgezien
hebben vooruitgezien
hebben vooruitgezien
Past tense
zag vooruit
zag vooruit
zag vooruit
zagen vooruit
zagen vooruit
zagen vooruit
Future tense
zal vooruitzien
zult vooruitzien
zal vooruitzien
zullen vooruitzien
zullen vooruitzien
zullen vooruitzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vooruitzien
zou vooruitzien
zou vooruitzien
zouden vooruitzien
zouden vooruitzien
zouden vooruitzien
Subjunctive mood
zie vooruit
zie vooruit
zie vooruit
zie vooruit
zie vooruit
zie vooruit
Past perfect tense
had vooruitgezien
had vooruitgezien
had vooruitgezien
hadden vooruitgezien
hadden vooruitgezien
hadden vooruitgezien
Future perf.
zal vooruitgezien hebben
zal vooruitgezien hebben
zal vooruitgezien hebben
zullen vooruitgezien hebben
zullen vooruitgezien hebben
zullen vooruitgezien hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vooruitgezien hebben
zou vooruitgezien hebben
zou vooruitgezien hebben
zouden vooruitgezien hebben
zouden vooruitgezien hebben
zouden vooruitgezien hebben
Present bijzin tense
vooruitzie
vooruitziet
vooruitziet
vooruitzien
vooruitzien
vooruitzien
Past bijzin tense
vooruitzag
vooruitzag
vooruitzag
vooruitzagen
vooruitzagen
vooruitzagen
Future bijzin tense
zal vooruitzien
zult vooruitzien
zal vooruitzien
zullen vooruitzien
zullen vooruitzien
zullen vooruitzien
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou vooruitzien
zou vooruitzien
zou vooruitzien
zouden vooruitzien
zouden vooruitzien
zouden vooruitzien
Subjunctive bijzin mood
vooruitzie
vooruitzie
vooruitzie
vooruitzie
vooruitzie
vooruitzie
Du
Ihr
Imperative mood
zie vooruit
ziet vooruit

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voorovervallen
fall forward
voortrukken
push forward
vooruitspoelen
forward
vooruitsturen
send forward
vooruitzetten
accelerate
voorvallen
happen
voorwerpen
do
voorzien
foresee
vroegmalen
free wheels
vroegstukken
free wheels

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'accelerate':

None found.