Voorturnen (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of voorturnen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
turn voor
I do
turnt voor
you do
turnt voor
he/she/it does
turnen voor
we do
turnen voor
you all do
turnen voor
they do
Present perfect tense
heb voorgeturnd
I have done
hebt voorgeturnd
you have done
heeft voorgeturnd
he/she/it has done
hebben voorgeturnd
we have done
hebben voorgeturnd
you all have done
hebben voorgeturnd
they have done
Past tense
turnde voor
I did
turnde voor
you did
turnde voor
he/she/it did
turnden voor
we did
turnden voor
you all did
turnden voor
they did
Future tense
zal voorturnen
I will do
zult voorturnen
you will do
zal voorturnen
he/she/it will do
zullen voorturnen
we will do
zullen voorturnen
you all will do
zullen voorturnen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorturnen
I would do
zou voorturnen
you would do
zou voorturnen
he/she/it would do
zouden voorturnen
we would do
zouden voorturnen
you all would do
zouden voorturnen
they would do
Subjunctive mood
turne voor
I do
turne voor
you do
turne voor
he/she/it do
turne voor
we do
turne voor
you all do
turne voor
they do
Past perfect tense
had voorgeturnd
I had done
had voorgeturnd
you had done
had voorgeturnd
he/she/it had done
hadden voorgeturnd
we had done
hadden voorgeturnd
you all had done
hadden voorgeturnd
they had done
Future perf.
zal voorgeturnd hebben
I will have done
zal voorgeturnd hebben
you will have done
zal voorgeturnd hebben
he/she/it will have done
zullen voorgeturnd hebben
we will have done
zullen voorgeturnd hebben
you all will have done
zullen voorgeturnd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgeturnd hebben
I would have done
zou voorgeturnd hebben
you would have done
zou voorgeturnd hebben
he/she/it would have done
zouden voorgeturnd hebben
we would have done
zouden voorgeturnd hebben
you all would have done
zouden voorgeturnd hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorturn
I do
voorturnt
you do
voorturnt
he/she/it does
voorturnen
we do
voorturnen
you all do
voorturnen
they do
Past bijzin tense
voorturnde
I did
voorturnde
you did
voorturnde
he/she/it did
voorturnden
we did
voorturnden
you all did
voorturnden
they did
Future bijzin tense
zal voorturnen
I will do
zult voorturnen
you will do
zal voorturnen
he/she/it will do
zullen voorturnen
we will do
zullen voorturnen
you all will do
zullen voorturnen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorturnen
I would do
zou voorturnen
you would do
zou voorturnen
he/she/it would do
zouden voorturnen
we would do
zouden voorturnen
you all would do
zouden voorturnen
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorturne
I do
voorturne
you do
voorturne
he/she/it do
voorturne
we do
voorturne
you all do
voorturne
they do
Du
Ihr
Imperative mood
turn voor
do
turnt
do

Examples of voorturnen

Example in DutchTranslation in English
- Je turnt?You do gymnastics?
Dus, je turnt. Dat is geweldig.So, you do gymnastics.
Jij turnt elke morgen.You do gymnastics every morning.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voortgaan
continue
voortkruipen
creep
voortstappen
do
voortsudderen
continue to simmer
voortsukkelen
plod along
voorttrekken
drag
voortvaren
do
voortvluchten
continue flights
voorvoegen
prefix
voorzitten
preside

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?