Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Voortstormen (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of voortstormen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
storm voort
I do
stormt voort
you do
stormt voort
he/she/it does
stormen voort
we do
stormen voort
you all do
stormen voort
they do
Present perfect tense
heb voortgestormd
I have done
hebt voortgestormd
you have done
heeft voortgestormd
he/she/it has done
hebben voortgestormd
we have done
hebben voortgestormd
you all have done
hebben voortgestormd
they have done
Past tense
stormde voort
I did
stormde voort
you did
stormde voort
he/she/it did
stormden voort
we did
stormden voort
you all did
stormden voort
they did
Future tense
zal voortstormen
I will do
zult voortstormen
you will do
zal voortstormen
he/she/it will do
zullen voortstormen
we will do
zullen voortstormen
you all will do
zullen voortstormen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voortstormen
I would do
zou voortstormen
you would do
zou voortstormen
he/she/it would do
zouden voortstormen
we would do
zouden voortstormen
you all would do
zouden voortstormen
they would do
Subjunctive mood
storme voort
I do
storme voort
you do
storme voort
he/she/it do
storme voort
we do
storme voort
you all do
storme voort
they do
Past perfect tense
had voortgestormd
I had done
had voortgestormd
you had done
had voortgestormd
he/she/it had done
hadden voortgestormd
we had done
hadden voortgestormd
you all had done
hadden voortgestormd
they had done
Future perf.
zal voortgestormd hebben
I will have done
zal voortgestormd hebben
you will have done
zal voortgestormd hebben
he/she/it will have done
zullen voortgestormd hebben
we will have done
zullen voortgestormd hebben
you all will have done
zullen voortgestormd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voortgestormd hebben
I would have done
zou voortgestormd hebben
you would have done
zou voortgestormd hebben
he/she/it would have done
zouden voortgestormd hebben
we would have done
zouden voortgestormd hebben
you all would have done
zouden voortgestormd hebben
they would have done
Present bijzin tense
voortstorm
I do
voortstormt
you do
voortstormt
he/she/it does
voortstormen
we do
voortstormen
you all do
voortstormen
they do
Past bijzin tense
voortstormde
I did
voortstormde
you did
voortstormde
he/she/it did
voortstormden
we did
voortstormden
you all did
voortstormden
they did
Future bijzin tense
zal voortstormen
I will do
zult voortstormen
you will do
zal voortstormen
he/she/it will do
zullen voortstormen
we will do
zullen voortstormen
you all will do
zullen voortstormen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voortstormen
I would do
zou voortstormen
you would do
zou voortstormen
he/she/it would do
zouden voortstormen
we would do
zouden voortstormen
you all would do
zouden voortstormen
they would do
Subjunctive bijzin mood
voortstorme
I do
voortstorme
you do
voortstorme
he/she/it do
voortstorme
we do
voortstorme
you all do
voortstorme
they do
Du
Ihr
Imperative mood
storm voort
do
stormt voort
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vervangen
replace
voorschrijven
prescribe
voortdoen
continue to do
voortrekken
favor
voortsleuren
do
voortstappen
do
voortstrompelen
stumble
voortstuderen
continue to study
voorttelen
may breed
vooruithelpen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.