Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Voortreden (to do) conjugation

Dutch
8 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
treed voor
treedt voor
treedt voor
treden voor
treden voor
treden voor
Present perfect tense
ben voorgetreden
bent voorgetreden
is voorgetreden
zijn voorgetreden
zijn voorgetreden
zijn voorgetreden
Past tense
trad voor
trad voor
trad voor
traden voor
traden voor
traden voor
Future tense
zal voortreden
zult voortreden
zal voortreden
zullen voortreden
zullen voortreden
zullen voortreden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voortreden
zou voortreden
zou voortreden
zouden voortreden
zouden voortreden
zouden voortreden
Subjunctive mood
trede voor
trede voor
trede voor
trede voor
trede voor
trede voor
Past perfect tense
was voorgetreden
was voorgetreden
was voorgetreden
waren voorgetreden
waren voorgetreden
waren voorgetreden
Future perf.
zal voorgetreden zijn
zal voorgetreden zijn
zal voorgetreden zijn
zullen voorgetreden zijn
zullen voorgetreden zijn
zullen voorgetreden zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgetreden zijn
zou voorgetreden zijn
zou voorgetreden zijn
zouden voorgetreden zijn
zouden voorgetreden zijn
zouden voorgetreden zijn
Present bijzin tense
voortreed
voortreedt
voortreedt
voortreden
voortreden
voortreden
Past bijzin tense
voortrad
voortrad
voortrad
voortraden
voortraden
voortraden
Future bijzin tense
zal voortreden
zult voortreden
zal voortreden
zullen voortreden
zullen voortreden
zullen voortreden
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voortreden
zou voortreden
zou voortreden
zouden voortreden
zouden voortreden
zouden voortreden
Subjunctive bijzin mood
voortrede
voortrede
voortrede
voortrede
voortrede
voortrede
Du
Ihr
Imperative mood
treed voor
treedt

Examples of voortreden

Example in DutchTranslation in English
We zijn bereid de aanklacht te verminderen, naar één misdrijf en hij treedt voor goed af.We're willing to reduce the charge To one count of misdemeanor conduct And he steps down from the bench for good.
We treden voor haar op... en we zitten bovenop een vrachtwagen.So we're doing a show for her... and we're on top of a truck.
We treden voor je op.We'll do a show for you.
"Laat alle hoop varen allen die hier binnen treedt"."Abandon every hope all who enter here". Quiet!
- De provincie treedt wel erg hard op.-The county's really cracking down.
- Een heer treedt niet in details.- A gentleman doesn't go into details.
- Hij treedt af.- He's stepping down.
- Wanneer treedt ze op ?-When does she go on?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voortrazen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.