Voortplanten (to reproduce) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of voortplanten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
plant voort
I reproduce
plant voort
you reproduce
plant voort
he/she/it reproduces
planten voort
we reproduce
planten voort
you all reproduce
planten voort
they reproduce
Present perfect tense
heb voortgeplant
I have reproduced
hebt voortgeplant
you have reproduced
heeft voortgeplant
he/she/it has reproduced
hebben voortgeplant
we have reproduced
hebben voortgeplant
you all have reproduced
hebben voortgeplant
they have reproduced
Past tense
plantte voort
I reproduced
plantte voort
you reproduced
plantte voort
he/she/it reproduced
plantten voort
we reproduced
plantten voort
you all reproduced
plantten voort
they reproduced
Future tense
zal voortplanten
I will reproduce
zult voortplanten
you will reproduce
zal voortplanten
he/she/it will reproduce
zullen voortplanten
we will reproduce
zullen voortplanten
you all will reproduce
zullen voortplanten
they will reproduce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voortplanten
I would reproduce
zou voortplanten
you would reproduce
zou voortplanten
he/she/it would reproduce
zouden voortplanten
we would reproduce
zouden voortplanten
you all would reproduce
zouden voortplanten
they would reproduce
Subjunctive mood
plante voort
I reproduce
plante voort
you reproduce
plante voort
he/she/it reproduce
plante voort
we reproduce
plante voort
you all reproduce
plante voort
they reproduce
Past perfect tense
had voortgeplant
I had reproduced
had voortgeplant
you had reproduced
had voortgeplant
he/she/it had reproduced
hadden voortgeplant
we had reproduced
hadden voortgeplant
you all had reproduced
hadden voortgeplant
they had reproduced
Future perf.
zal voortgeplant hebben
I will have reproduced
zal voortgeplant hebben
you will have reproduced
zal voortgeplant hebben
he/she/it will have reproduced
zullen voortgeplant hebben
we will have reproduced
zullen voortgeplant hebben
you all will have reproduced
zullen voortgeplant hebben
they will have reproduced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voortgeplant hebben
I would have reproduced
zou voortgeplant hebben
you would have reproduced
zou voortgeplant hebben
he/she/it would have reproduced
zouden voortgeplant hebben
we would have reproduced
zouden voortgeplant hebben
you all would have reproduced
zouden voortgeplant hebben
they would have reproduced
Present bijzin tense
voortplant
I reproduce
voortplant
you reproduce
voortplant
he/she/it reproduces
voortplanten
we reproduce
voortplanten
you all reproduce
voortplanten
they reproduce
Past bijzin tense
voortplantte
I reproduced
voortplantte
you reproduced
voortplantte
he/she/it reproduced
voortplantten
we reproduced
voortplantten
you all reproduced
voortplantten
they reproduced
Future bijzin tense
zal voortplanten
I will reproduce
zult voortplanten
you will reproduce
zal voortplanten
he/she/it will reproduce
zullen voortplanten
we will reproduce
zullen voortplanten
you all will reproduce
zullen voortplanten
they will reproduce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voortplanten
I would reproduce
zou voortplanten
you would reproduce
zou voortplanten
he/she/it would reproduce
zouden voortplanten
we would reproduce
zouden voortplanten
you all would reproduce
zouden voortplanten
they would reproduce
Subjunctive bijzin mood
voortplante
I reproduce
voortplante
you reproduce
voortplante
he/she/it reproduce
voortplante
we reproduce
voortplante
you all reproduce
voortplante
they reproduce
Du
Ihr
Imperative mood
plant voort
reproduce
plant voort
reproduce

Examples of voortplanten

Example in DutchTranslation in English
- Vanwege hun manier van voortplanten.- How they reproduce.
- Waarom mochten ze zich voortplanten?And why were they allowed to reproduce?
Als dat ding zich kan voortplanten, hebben we 'n fors probleem.If this thing can reproduce, we have big problems.
Als de kevers zich voortplanten krijgen we het nooit onder controle. Ik ga op weg.If the bugs start to reproduce, we'll never get them under control.
Als de meeliftende microben in contact komen met water kunnen ze tot leven komen en zich voortplanten.If the stowaway microbes should happen to come in contact with liquid water, they can revive and reproduce.
- Het heeft zich al voortgeplant.! 'It has already reproduced itself.
Alice, jij bent de enige in dit gezin die zich nog niet voortgeplant heeft.Alice, you are the only one in our family who hasn't reproduced.
Eindelijk heb je je voortgeplant.My God. You finally reproduced.
Maar vooral wou ik jullie zeggen dat dankzij Kathy ik me voortgeplant heb!But mostly, I would say thanks to Kathy, .. .. I reproduced.
Nee, heeft hij zich voortgeplant?No. l mean, this guy actually reproduced?
Die zich voortplant door z'n zaad te implanteren bij een mensenvrouw.A demon who can only reproduce by implanting a human with its seed.
Dit is hoe ik me voortplant.This is how I reproduce.
En als ik me niet voortplant, wordt jouw soort niet langer bedreigd?And if I don't reproduce, the threat to your own species ends with me?
Hij verandert als hij zich voortplant en dat doet hij als een bezetene.It goes through a metamorphosis every time it reproduces, and it reproduces like crazy.
Je DNA is erop gericht dat je je voortplant.Your DNA has evolved this way so you'll reproduce.
De folklore zegt dat ze zichzelf snel voortplantten. Oftewel, na het paren, bevielen ze na 36 uur al van een kind.The lore says they reproduced quickly -- as in, after mating, they gave birth within 36 hours.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'reproduce':

None found.
Learning languages?