Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Voortleven (to survive) conjugation

Dutch
7 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leef voort
leeft voort
leeft voort
leven voort
leven voort
leven voort
Present perfect tense
heb voortgeleefd
hebt voortgeleefd
heeft voortgeleefd
hebben voortgeleefd
hebben voortgeleefd
hebben voortgeleefd
Past tense
leefde voort
leefde voort
leefde voort
leefden voort
leefden voort
leefden voort
Future tense
zal voortleven
zult voortleven
zal voortleven
zullen voortleven
zullen voortleven
zullen voortleven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voortleven
zou voortleven
zou voortleven
zouden voortleven
zouden voortleven
zouden voortleven
Subjunctive mood
leve voort
leve voort
leve voort
leve voort
leve voort
leve voort
Past perfect tense
had voortgeleefd
had voortgeleefd
had voortgeleefd
hadden voortgeleefd
hadden voortgeleefd
hadden voortgeleefd
Future perf.
zal voortgeleefd hebben
zal voortgeleefd hebben
zal voortgeleefd hebben
zullen voortgeleefd hebben
zullen voortgeleefd hebben
zullen voortgeleefd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voortgeleefd hebben
zou voortgeleefd hebben
zou voortgeleefd hebben
zouden voortgeleefd hebben
zouden voortgeleefd hebben
zouden voortgeleefd hebben
Present bijzin tense
voortleef
voortleeft
voortleeft
voortleven
voortleven
voortleven
Past bijzin tense
voortleefde
voortleefde
voortleefde
voortleefden
voortleefden
voortleefden
Future bijzin tense
zal voortleven
zult voortleven
zal voortleven
zullen voortleven
zullen voortleven
zullen voortleven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voortleven
zou voortleven
zou voortleven
zouden voortleven
zouden voortleven
zouden voortleven
Subjunctive bijzin mood
voortleve
voortleve
voortleve
voortleve
voortleve
voortleve
Du
Ihr
Imperative mood
leef voort
leeft voort

Examples of voortleven

Example in DutchTranslation in English
Dan kun jij voortleven, en hij ook.You survive that way,and so does he.
De beschaving van uw volk kan voortleven in u.Your people's accomplishments their knowledge, their dignity can survive in you.
Hoe kan deze wereld voortleven als ik een god ben geworden?If I become a god, how will our world survive without me? I can't just abandon it.
Niks, tenzij je bereid zou zijn geweest de technologie te laten voortleven.Nothing, unless you were willing to let the technology survive.
Onze vaders zeiden vroeger: Laat iets van mij voortleven.When we were children, our fathers said, "Let something of me survive."
Hudgens' slachtoffers leefden voort als 'slapers'.Hudgens' victims survived as sleepers.
En niet alleen overleefden, maar nog duizenden jaren voortleefden, misschien zelfs wel miljoenen jaren?And not only survived but thrived for several thousands, or even millions, of years?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voortgeven
continue giving
voortlopen
continue walking

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'survive':

None found.