Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Voorspannen (to bias) conjugation

Dutch

Conjugation of voorspannen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
span voor
I bias
spant voor
you bias
spant voor
he/she/it biases
spannen voor
we bias
spannen voor
you all bias
spannen voor
they bias
Present perfect tense
heb voorgespannen
I have biased
hebt voorgespannen
you have biased
heeft voorgespannen
he/she/it has biased
hebben voorgespannen
we have biased
hebben voorgespannen
you all have biased
hebben voorgespannen
they have biased
Past tense
spande voor
I biased
spande voor
you biased
spande voor
he/she/it biased
spanden voor
we biased
spanden voor
you all biased
spanden voor
they biased
Future tense
zal voorspannen
I will bias
zult voorspannen
you will bias
zal voorspannen
he/she/it will bias
zullen voorspannen
we will bias
zullen voorspannen
you all will bias
zullen voorspannen
they will bias
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorspannen
I would bias
zou voorspannen
you would bias
zou voorspannen
he/she/it would bias
zouden voorspannen
we would bias
zouden voorspannen
you all would bias
zouden voorspannen
they would bias
Subjunctive mood
spanne voor
I bias
spanne voor
you bias
spanne voor
he/she/it bias
spanne voor
we bias
spanne voor
you all bias
spanne voor
they bias
Past perfect tense
had voorgespannen
I had biased
had voorgespannen
you had biased
had voorgespannen
he/she/it had biased
hadden voorgespannen
we had biased
hadden voorgespannen
you all had biased
hadden voorgespannen
they had biased
Future perf.
zal voorgespannen hebben
I will have biased
zal voorgespannen hebben
you will have biased
zal voorgespannen hebben
he/she/it will have biased
zullen voorgespannen hebben
we will have biased
zullen voorgespannen hebben
you all will have biased
zullen voorgespannen hebben
they will have biased
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgespannen hebben
I would have biased
zou voorgespannen hebben
you would have biased
zou voorgespannen hebben
he/she/it would have biased
zouden voorgespannen hebben
we would have biased
zouden voorgespannen hebben
you all would have biased
zouden voorgespannen hebben
they would have biased
Present bijzin tense
voorspan
I bias
voorspant
you bias
voorspant
he/she/it biases
voorspannen
we bias
voorspannen
you all bias
voorspannen
they bias
Past bijzin tense
voorspande
I biased
voorspande
you biased
voorspande
he/she/it biased
voorspanden
we biased
voorspanden
you all biased
voorspanden
they biased
Future bijzin tense
zal voorspannen
I will bias
zult voorspannen
you will bias
zal voorspannen
he/she/it will bias
zullen voorspannen
we will bias
zullen voorspannen
you all will bias
zullen voorspannen
they will bias
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorspannen
I would bias
zou voorspannen
you would bias
zou voorspannen
he/she/it would bias
zouden voorspannen
we would bias
zouden voorspannen
you all would bias
zouden voorspannen
they would bias
Subjunctive bijzin mood
voorspanne
I bias
voorspanne
you bias
voorspanne
he/she/it bias
voorspanne
we bias
voorspanne
you all bias
voorspanne
they bias
Du
Ihr
Imperative mood
span voor
bias
spant
bias

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

volbouwen
build over
volschrijven
write down his
voorbijstreven
outstrip
voorhouden
keep
voorslaan
do
voorsnijden
carve
voorsorteren
collation
voorspelden
do
voorstellen
propose
voortglijden
slither

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bias':

None found.