Voorschotelen (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of voorschotelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schotel voor
I do
schotelt voor
you do
schotelt voor
he/she/it does
schotelen voor
we do
schotelen voor
you all do
schotelen voor
they do
Present perfect tense
heb voorgeschoteld
I have done
hebt voorgeschoteld
you have done
heeft voorgeschoteld
he/she/it has done
hebben voorgeschoteld
we have done
hebben voorgeschoteld
you all have done
hebben voorgeschoteld
they have done
Past tense
schotelde voor
I did
schotelde voor
you did
schotelde voor
he/she/it did
schotelden voor
we did
schotelden voor
you all did
schotelden voor
they did
Future tense
zal voorschotelen
I will do
zult voorschotelen
you will do
zal voorschotelen
he/she/it will do
zullen voorschotelen
we will do
zullen voorschotelen
you all will do
zullen voorschotelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorschotelen
I would do
zou voorschotelen
you would do
zou voorschotelen
he/she/it would do
zouden voorschotelen
we would do
zouden voorschotelen
you all would do
zouden voorschotelen
they would do
Subjunctive mood
schotele voor
I do
schotele voor
you do
schotele voor
he/she/it do
schotele voor
we do
schotele voor
you all do
schotele voor
they do
Past perfect tense
had voorgeschoteld
I had done
had voorgeschoteld
you had done
had voorgeschoteld
he/she/it had done
hadden voorgeschoteld
we had done
hadden voorgeschoteld
you all had done
hadden voorgeschoteld
they had done
Future perf.
zal voorgeschoteld hebben
I will have done
zal voorgeschoteld hebben
you will have done
zal voorgeschoteld hebben
he/she/it will have done
zullen voorgeschoteld hebben
we will have done
zullen voorgeschoteld hebben
you all will have done
zullen voorgeschoteld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgeschoteld hebben
I would have done
zou voorgeschoteld hebben
you would have done
zou voorgeschoteld hebben
he/she/it would have done
zouden voorgeschoteld hebben
we would have done
zouden voorgeschoteld hebben
you all would have done
zouden voorgeschoteld hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorschotel
I do
voorschotelt
you do
voorschotelt
he/she/it does
voorschotelen
we do
voorschotelen
you all do
voorschotelen
they do
Past bijzin tense
voorschotelde
I did
voorschotelde
you did
voorschotelde
he/she/it did
voorschotelden
we did
voorschotelden
you all did
voorschotelden
they did
Future bijzin tense
zal voorschotelen
I will do
zult voorschotelen
you will do
zal voorschotelen
he/she/it will do
zullen voorschotelen
we will do
zullen voorschotelen
you all will do
zullen voorschotelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorschotelen
I would do
zou voorschotelen
you would do
zou voorschotelen
he/she/it would do
zouden voorschotelen
we would do
zouden voorschotelen
you all would do
zouden voorschotelen
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorschotele
I do
voorschotele
you do
voorschotele
he/she/it do
voorschotele
we do
voorschotele
you all do
voorschotele
they do
Du
Ihr
Imperative mood
schotel voor
do
schotelt
do

Examples of voorschotelen

Example in DutchTranslation in English
Het minste dat ik kan doen is je een deftig maal voorschotelen.The least I can do is offer you a decent meal.
Hij denkt van wel, maar zoals met veel dingen, moeten we het hem zo voorschotelen, dat hij denkt dat hij het zelf bedacht heeft.He thinks he does, but in this - as in so many other things... we must lead him by the nose, whilst letting him think that he is not being led.
Ik ben gek omdat ik niet de muziek wil verkrachten waar men voor komt... om ze je eigen rotzooi te kunnen voorschotelen.I'm mental, because I don't want to be in a cheesy bar band that butchers music and makes them listen to your crappy originals!
Krijg AIDS, of spring in een bus met een rugzak vol explosieven, de regering zal je een gratis auto voorschotelen een dezer dagen, maar houd je hoofd omlaag, wees een goed burger, en loop niet mank, en je krijgt geen moer.Get AIDS, or jump on a bus with a rucksack full of explosives, the government will dish you out a free car, but keep your head down, be good and walk without a limp, and you get zip.
Mag ik u een demonstratie voorschotelen?May I please give you a demonstration of casino dominos?
Ik had niet in de gaten, dat je me een film voorschotelde.I didn't realize you'd be pitching me a Hollywood movie.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?