Voorprogrammeren (to do) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of voorprogrammeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
programmeer voor
I do
programmeert voor
you do
programmeert voor
he/she/it does
programmeren voor
we do
programmeren voor
you all do
programmeren voor
they do
Present perfect tense
heb voorgeprogrammeerd
I have done
hebt voorgeprogrammeerd
you have done
heeft voorgeprogrammeerd
he/she/it has done
hebben voorgeprogrammeerd
we have done
hebben voorgeprogrammeerd
you all have done
hebben voorgeprogrammeerd
they have done
Past tense
programmeerde voor
I did
programmeerde voor
you did
programmeerde voor
he/she/it did
programmeerden voor
we did
programmeerden voor
you all did
programmeerden voor
they did
Future tense
zal voorprogrammeren
I will do
zult voorprogrammeren
you will do
zal voorprogrammeren
he/she/it will do
zullen voorprogrammeren
we will do
zullen voorprogrammeren
you all will do
zullen voorprogrammeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorprogrammeren
I would do
zou voorprogrammeren
you would do
zou voorprogrammeren
he/she/it would do
zouden voorprogrammeren
we would do
zouden voorprogrammeren
you all would do
zouden voorprogrammeren
they would do
Subjunctive mood
programmere voor
I do
programmere voor
you do
programmere voor
he/she/it do
programmere voor
we do
programmere voor
you all do
programmere voor
they do
Past perfect tense
had voorgeprogrammeerd
I had done
had voorgeprogrammeerd
you had done
had voorgeprogrammeerd
he/she/it had done
hadden voorgeprogrammeerd
we had done
hadden voorgeprogrammeerd
you all had done
hadden voorgeprogrammeerd
they had done
Future perf.
zal voorgeprogrammeerd hebben
I will have done
zal voorgeprogrammeerd hebben
you will have done
zal voorgeprogrammeerd hebben
he/she/it will have done
zullen voorgeprogrammeerd hebben
we will have done
zullen voorgeprogrammeerd hebben
you all will have done
zullen voorgeprogrammeerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgeprogrammeerd hebben
I would have done
zou voorgeprogrammeerd hebben
you would have done
zou voorgeprogrammeerd hebben
he/she/it would have done
zouden voorgeprogrammeerd hebben
we would have done
zouden voorgeprogrammeerd hebben
you all would have done
zouden voorgeprogrammeerd hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorprogrammeer
I do
voorprogrammeert
you do
voorprogrammeert
he/she/it does
voorprogrammeren
we do
voorprogrammeren
you all do
voorprogrammeren
they do
Past bijzin tense
voorprogrammeerde
I did
voorprogrammeerde
you did
voorprogrammeerde
he/she/it did
voorprogrammeerden
we did
voorprogrammeerden
you all did
voorprogrammeerden
they did
Future bijzin tense
zal voorprogrammeren
I will do
zult voorprogrammeren
you will do
zal voorprogrammeren
he/she/it will do
zullen voorprogrammeren
we will do
zullen voorprogrammeren
you all will do
zullen voorprogrammeren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorprogrammeren
I would do
zou voorprogrammeren
you would do
zou voorprogrammeren
he/she/it would do
zouden voorprogrammeren
we would do
zouden voorprogrammeren
you all would do
zouden voorprogrammeren
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorprogrammere
I do
voorprogrammere
you do
voorprogrammere
he/she/it do
voorprogrammere
we do
voorprogrammere
you all do
voorprogrammere
they do
Du
Ihr
Imperative mood
programmeer voor
do
programmeert
do

Examples of voorprogrammeren

Example in DutchTranslation in English
Edmundo kon het regelen om de dressing- proeverij te programmeren voor morgen.At least Edmundo was able to reschedule the new salad dressing tasting to tomorrow.
Als je weet hoe je ze programmeert, kan het laten doen wat je wil.RESEARCHER 1: And if you know how to program one, you can pretty much make it do whatever you want.
Ben je een verhongerende foetus in die tijd, dan programmeert... je lichaam je om voor altijd... zeer zuinig te zijn met je suikers en vetten en... je slaat dan elk beetje daarvan op.Be a fetus who was starving during that time and your body programs forever after to be really, really stingy with your sugar and fat and what you do is you store every bit of it.
Dan komt hij terug uit Londen, en programmeert Ruddigore.Then he comes back from London, like he just did, and puts on Ruddigore.
Hij manipuleert mensen om dingen te doen alsof hij op de knopjes drukt. Hij programmeert ze.He manipulates people to do things they wouldn't do unless he was pressing their buttons.
Hij verzet veel werk in de studio. Hij doet veel op de computer. Hij programmeert en zo, maar hij zegt nooit iets.And he does a lot of work in the studio with them, on the computer, programming and stuff, but he never speaks.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?