Voorbijvliegen (to fly past) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of voorbijvliegen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vlieg voorbij
I fly past
vliegt voorbij
you fly past
vliegt voorbij
he/she/it flies past
vliegen voorbij
we fly past
vliegen voorbij
you all fly past
vliegen voorbij
they fly past
Present perfect tense
ben voorbijgevlogen
I have flown past
bent voorbijgevlogen
you have flown past
is voorbijgevlogen
he/she/it has flown past
zijn voorbijgevlogen
we have flown past
zijn voorbijgevlogen
you all have flown past
zijn voorbijgevlogen
they have flown past
Past tense
vloog voorbij
I flew past
vloog voorbij
you flew past
vloog voorbij
he/she/it flew past
vlogen voorbij
we flew past
vlogen voorbij
you all flew past
vlogen voorbij
they flew past
Future tense
zal voorbijvliegen
I will fly past
zult voorbijvliegen
you will fly past
zal voorbijvliegen
he/she/it will fly past
zullen voorbijvliegen
we will fly past
zullen voorbijvliegen
you all will fly past
zullen voorbijvliegen
they will fly past
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorbijvliegen
I would fly past
zou voorbijvliegen
you would fly past
zou voorbijvliegen
he/she/it would fly past
zouden voorbijvliegen
we would fly past
zouden voorbijvliegen
you all would fly past
zouden voorbijvliegen
they would fly past
Subjunctive mood
vliege voorbij
I fly past
vliege voorbij
you fly past
vliege voorbij
he/she/it fly past
vliege voorbij
we fly past
vliege voorbij
you all fly past
vliege voorbij
they fly past
Past perfect tense
was voorbijgevlogen
I had flown past
was voorbijgevlogen
you had flown past
was voorbijgevlogen
he/she/it had flown past
waren voorbijgevlogen
we had flown past
waren voorbijgevlogen
you all had flown past
waren voorbijgevlogen
they had flown past
Future perf.
zal voorbijgevlogen zijn
I will have flown past
zal voorbijgevlogen zijn
you will have flown past
zal voorbijgevlogen zijn
he/she/it will have flown past
zullen voorbijgevlogen zijn
we will have flown past
zullen voorbijgevlogen zijn
you all will have flown past
zullen voorbijgevlogen zijn
they will have flown past
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorbijgevlogen zijn
I would have flown past
zou voorbijgevlogen zijn
you would have flown past
zou voorbijgevlogen zijn
he/she/it would have flown past
zouden voorbijgevlogen zijn
we would have flown past
zouden voorbijgevlogen zijn
you all would have flown past
zouden voorbijgevlogen zijn
they would have flown past
Present bijzin tense
voorbijvlieg
I fly past
voorbijvliegt
you fly past
voorbijvliegt
he/she/it flies past
voorbijvliegen
we fly past
voorbijvliegen
you all fly past
voorbijvliegen
they fly past
Past bijzin tense
voorbijvloog
I flew past
voorbijvloog
you flew past
voorbijvloog
he/she/it flew past
voorbijvlogen
we flew past
voorbijvlogen
you all flew past
voorbijvlogen
they flew past
Future bijzin tense
zal voorbijvliegen
I will fly past
zult voorbijvliegen
you will fly past
zal voorbijvliegen
he/she/it will fly past
zullen voorbijvliegen
we will fly past
zullen voorbijvliegen
you all will fly past
zullen voorbijvliegen
they will fly past
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorbijvliegen
I would fly past
zou voorbijvliegen
you would fly past
zou voorbijvliegen
he/she/it would fly past
zouden voorbijvliegen
we would fly past
zouden voorbijvliegen
you all would fly past
zouden voorbijvliegen
they would fly past
Subjunctive bijzin mood
voorbijvliege
I fly past
voorbijvliege
you fly past
voorbijvliege
he/she/it fly past
voorbijvliege
we fly past
voorbijvliege
you all fly past
voorbijvliege
they fly past
Du
Ihr
Imperative mood
vlieg voorbij
fly past
vliegt voorbij
fly past

Examples of voorbijvliegen

Example in DutchTranslation in English
Die meter moest wel kapot zijn toen die eend me voorbijvloog tegen honderdtwintig per uur.I knew that there was a mistake in the speedometer when, at 80 miles/h, this duck flew past me in the same direction. Charlie!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voleindigen
finish
volladen
do
volstouwen
clutter up
vonnissen
sentence
voorbehoeden
save
voorbehouden
reserve
voorbereiden
prepare
voorbijvaren
overhaul
voorbijzien
overlook
voorgeleiden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fly past':

None found.
Learning languages?