Vitamineren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of vitamineren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vitamineer
I do
vitamineert
you do
vitamineert
he/she/it does
vitamineren
we do
vitamineren
you all do
vitamineren
they do
Present perfect tense
heb gevitamineerd
I have done
hebt gevitamineerd
you have done
heeft gevitamineerd
he/she/it has done
hebben gevitamineerd
we have done
hebben gevitamineerd
you all have done
hebben gevitamineerd
they have done
Past tense
vitamineerde
I did
vitamineerde
you did
vitamineerde
he/she/it did
vitamineerden
we did
vitamineerden
you all did
vitamineerden
they did
Future tense
zal vitamineren
I will do
zult vitamineren
you will do
zal vitamineren
he/she/it will do
zullen vitamineren
we will do
zullen vitamineren
you all will do
zullen vitamineren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vitamineren
I would do
zou vitamineren
you would do
zou vitamineren
he/she/it would do
zouden vitamineren
we would do
zouden vitamineren
you all would do
zouden vitamineren
they would do
Subjunctive mood
vitaminere
I do
vitaminere
you do
vitaminere
he/she/it do
vitaminere
we do
vitaminere
you all do
vitaminere
they do
Past perfect tense
had gevitamineerd
I had done
had gevitamineerd
you had done
had gevitamineerd
he/she/it had done
hadden gevitamineerd
we had done
hadden gevitamineerd
you all had done
hadden gevitamineerd
they had done
Future perf.
zal gevitamineerd hebben
I will have done
zal gevitamineerd hebben
you will have done
zal gevitamineerd hebben
he/she/it will have done
zullen gevitamineerd hebben
we will have done
zullen gevitamineerd hebben
you all will have done
zullen gevitamineerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevitamineerd hebben
I would have done
zou gevitamineerd hebben
you would have done
zou gevitamineerd hebben
he/she/it would have done
zouden gevitamineerd hebben
we would have done
zouden gevitamineerd hebben
you all would have done
zouden gevitamineerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
vitamineer
do
vitamineert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vervalen
decline
verwoesten
destroy
verzachten
strangle
verzegelen
seal
verzwakken
weaken
visiteren
inspect
visualiseren
visualise
vitten
do
vlotteren
smooth tars
voleinden
pay

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?