Dutch
Afrikaans
Albanian
Arabic
Azeri
Basque
Catalan
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Faroese
Finnish verbs
Finnish adjectives
Finnish nouns
French
German
Hawaiian
Hebrew
Hungarian
Icelandic
Indonesian
Italian
Japanese
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Malay
Maltese
Maori
Modern Greek
Norwegian
Persian
Polish
Portuguese
Quechua
Romanian
Russian verbs
Russian adjectives
Russian nouns
Spanish
Swedish
Thai
Turkish
Vietnamese
Search
Quick navigation...
Dutch Cooljugator home
List of Dutch verbs
Submit feedback
About Cooljugator
Cooljugator blog
Cooljugator home
Vindiceren (to do) conjugation
Dutch
Conjugation of vindiceren
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vindiceer
I do
vindiceert
you do
vindiceert
he/she/it does
vindiceren
we do
vindiceren
you all do
vindiceren
they do
Present perfect tense
heb gevindiceerd
I have done
hebt gevindiceerd
you have done
heeft gevindiceerd
he/she/it has done
hebben gevindiceerd
we have done
hebben gevindiceerd
you all have done
hebben gevindiceerd
they have done
Past tense
vindiceerde
I did
vindiceerde
you did
vindiceerde
he/she/it did
vindiceerden
we did
vindiceerden
you all did
vindiceerden
they did
Future tense
zal vindiceren
I will do
zult vindiceren
you will do
zal vindiceren
he/she/it will do
zullen vindiceren
we will do
zullen vindiceren
you all will do
zullen vindiceren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vindiceren
I would do
zou vindiceren
you would do
zou vindiceren
he/she/it would do
zouden vindiceren
we would do
zouden vindiceren
you all would do
zouden vindiceren
they would do
Subjunctive mood
vindicere
I do
vindicere
you do
vindicere
he/she/it do
vindicere
we do
vindicere
you all do
vindicere
they do
Past perfect tense
had gevindiceerd
I had done
had gevindiceerd
you had done
had gevindiceerd
he/she/it had done
hadden gevindiceerd
we had done
hadden gevindiceerd
you all had done
hadden gevindiceerd
they had done
Future perf.
zal gevindiceerd hebben
I will have done
zal gevindiceerd hebben
you will have done
zal gevindiceerd hebben
he/she/it will have done
zullen gevindiceerd hebben
we will have done
zullen gevindiceerd hebben
you all will have done
zullen gevindiceerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevindiceerd hebben
I would have done
zou gevindiceerd hebben
you would have done
zou gevindiceerd hebben
he/she/it would have done
zouden gevindiceerd hebben
we would have done
zouden gevindiceerd hebben
you all would have done
zouden gevindiceerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
vindiceer
do
vindiceert
do
More Dutch verbs
Related
Not found
We have none.
Similar
Not found
We have none.
Similar but longer
Not found
We have none.
Random
verzaken
leave out
verzegelen
seal
verzwinden
do
vetmesten
fatten
vezelen
do
vinden
find
vingeren
finger
vlekken
soil
vlijmen
do
vloeken
swear
Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':
None found.
Learning languages?
Try Interlinear