Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vigileren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vigileer
vigileert
vigileert
vigileren
vigileren
vigileren
Present perfect tense
heb gevigileerd
hebt gevigileerd
heeft gevigileerd
hebben gevigileerd
hebben gevigileerd
hebben gevigileerd
Past tense
vigileerde
vigileerde
vigileerde
vigileerden
vigileerden
vigileerden
Future tense
zal vigileren
zult vigileren
zal vigileren
zullen vigileren
zullen vigileren
zullen vigileren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vigileren
zou vigileren
zou vigileren
zouden vigileren
zouden vigileren
zouden vigileren
Subjunctive mood
vigilere
vigilere
vigilere
vigilere
vigilere
vigilere
Past perfect tense
had gevigileerd
had gevigileerd
had gevigileerd
hadden gevigileerd
hadden gevigileerd
hadden gevigileerd
Future perf.
zal gevigileerd hebben
zal gevigileerd hebben
zal gevigileerd hebben
zullen gevigileerd hebben
zullen gevigileerd hebben
zullen gevigileerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevigileerd hebben
zou gevigileerd hebben
zou gevigileerd hebben
zouden gevigileerd hebben
zouden gevigileerd hebben
zouden gevigileerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vigileer
vigileert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vervagen
fade
verwurgen
strangle
verzieden
do
verzoeken
request
vestigen
establish
vetweiden
fatten
vibreren
vibrate
vigeren
do
vijlen
file
voeren
conduct

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.