Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vierendelen (to celebrate) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vierendeel
vierendeelt
vierendeelt
vierendelen
vierendelen
vierendelen
Present perfect tense
heb gevierendeeld
hebt gevierendeeld
heeft gevierendeeld
hebben gevierendeeld
hebben gevierendeeld
hebben gevierendeeld
Past tense
vierendeelde
vierendeelde
vierendeelde
vierendeelden
vierendeelden
vierendeelden
Future tense
zal vierendelen
zult vierendelen
zal vierendelen
zullen vierendelen
zullen vierendelen
zullen vierendelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vierendelen
zou vierendelen
zou vierendelen
zouden vierendelen
zouden vierendelen
zouden vierendelen
Subjunctive mood
vierendele
vierendele
vierendele
vierendele
vierendele
vierendele
Past perfect tense
had gevierendeeld
had gevierendeeld
had gevierendeeld
hadden gevierendeeld
hadden gevierendeeld
hadden gevierendeeld
Future perf.
zal gevierendeeld hebben
zal gevierendeeld hebben
zal gevierendeeld hebben
zullen gevierendeeld hebben
zullen gevierendeeld hebben
zullen gevierendeeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevierendeeld hebben
zou gevierendeeld hebben
zou gevierendeeld hebben
zouden gevierendeeld hebben
zouden gevierendeeld hebben
zouden gevierendeeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
vierendeel
vierendeelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verwisselen
do
verwoesten
destroy
verzekeren
affirm
verzien
do
verzuipen
drown
vieren
celebrate
vierkanten
do
vissen
fish
vlooien
do
vocaliseren
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'celebrate':

None found.