Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vervaardigen (to produce) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of vervaardigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vervaardig
I produce
vervaardigt
you produce
vervaardigt
he/she/it produces
vervaardigen
we produce
vervaardigen
you all produce
vervaardigen
they produce
Present perfect tense
heb vervaardigd
I have produced
hebt vervaardigd
you have produced
heeft vervaardigd
he/she/it has produced
hebben vervaardigd
we have produced
hebben vervaardigd
you all have produced
hebben vervaardigd
they have produced
Past tense
vervaardigde
I produced
vervaardigde
you produced
vervaardigde
he/she/it produced
vervaardigden
we produced
vervaardigden
you all produced
vervaardigden
they produced
Future tense
zal vervaardigen
I will produce
zult vervaardigen
you will produce
zal vervaardigen
he/she/it will produce
zullen vervaardigen
we will produce
zullen vervaardigen
you all will produce
zullen vervaardigen
they will produce
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vervaardigen
I would produce
zou vervaardigen
you would produce
zou vervaardigen
he/she/it would produce
zouden vervaardigen
we would produce
zouden vervaardigen
you all would produce
zouden vervaardigen
they would produce
Subjunctive mood
vervaardige
I produce
vervaardige
you produce
vervaardige
he/she/it produce
vervaardige
we produce
vervaardige
you all produce
vervaardige
they produce
Past perfect tense
had vervaardigd
I had produced
had vervaardigd
you had produced
had vervaardigd
he/she/it had produced
hadden vervaardigd
we had produced
hadden vervaardigd
you all had produced
hadden vervaardigd
they had produced
Future perf.
zal vervaardigd hebben
I will have produced
zal vervaardigd hebben
you will have produced
zal vervaardigd hebben
he/she/it will have produced
zullen vervaardigd hebben
we will have produced
zullen vervaardigd hebben
you all will have produced
zullen vervaardigd hebben
they will have produced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vervaardigd hebben
I would have produced
zou vervaardigd hebben
you would have produced
zou vervaardigd hebben
he/she/it would have produced
zouden vervaardigd hebben
we would have produced
zouden vervaardigd hebben
you all would have produced
zouden vervaardigd hebben
they would have produced
Du
Ihr
Imperative mood
vervaardig
produce
vervaardigt
produce

Examples of vervaardigen

Example in DutchTranslation in English
Dit is een proces dat vele weken duurt... en betrekt 12 afzonderlijke kleurstoffen... in het vervaardigen van het eindproduct.This is a process that takes many weeks and involves 12 separate dyes... to produce the finished product.
Toen de originele sculpturen vervaardigd werden, maakte men een letterlijke weergave van iets dat men daadwerkelijk zag.You know, when these original sculptures were produced, they're doing a literal interpretation of what they saw.
We zijn het erover eens dat Mr. Newton een meesterwerk heeft vervaardigd.We are in agreement that Mr. Newton has produced a masterpiece.
China allemaal op de door hemzelf vervaardigde 1,3 miljoen meer dan dat.China all on its own produced 1.3 million more than that.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verwaardigen
vouchsafe

Similar but longer

verhovaardigen
exalt

Random

versmeden
do
verstuiven
vaporize
versturen
dispatch
vertellen
tell
vertinnen
tin
vertrouwen
trust
veruitwendigen
externalize
vervagen
fade
vervoegen
conjugate
verwaarlozen
neglect

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'produce':

None found.