Vertwijfelen (to despair) conjugation

Dutch

Conjugation of vertwijfelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vertwijfel
I despair
vertwijfelt
you despair
vertwijfelt
he/she/it despairs
vertwijfelen
we despair
vertwijfelen
you all despair
vertwijfelen
they despair
Present perfect tense
heb vertwijfeld
I have despaired
hebt vertwijfeld
you have despaired
heeft vertwijfeld
he/she/it has despaired
hebben vertwijfeld
we have despaired
hebben vertwijfeld
you all have despaired
hebben vertwijfeld
they have despaired
Past tense
vertwijfelde
I despaired
vertwijfelde
you despaired
vertwijfelde
he/she/it despaired
vertwijfelden
we despaired
vertwijfelden
you all despaired
vertwijfelden
they despaired
Future tense
zal vertwijfelen
I will despair
zult vertwijfelen
you will despair
zal vertwijfelen
he/she/it will despair
zullen vertwijfelen
we will despair
zullen vertwijfelen
you all will despair
zullen vertwijfelen
they will despair
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vertwijfelen
I would despair
zou vertwijfelen
you would despair
zou vertwijfelen
he/she/it would despair
zouden vertwijfelen
we would despair
zouden vertwijfelen
you all would despair
zouden vertwijfelen
they would despair
Subjunctive mood
vertwijfele
I despair
vertwijfele
you despair
vertwijfele
he/she/it despair
vertwijfele
we despair
vertwijfele
you all despair
vertwijfele
they despair
Past perfect tense
had vertwijfeld
I had despaired
had vertwijfeld
you had despaired
had vertwijfeld
he/she/it had despaired
hadden vertwijfeld
we had despaired
hadden vertwijfeld
you all had despaired
hadden vertwijfeld
they had despaired
Future perf.
zal vertwijfeld hebben
I will have despaired
zal vertwijfeld hebben
you will have despaired
zal vertwijfeld hebben
he/she/it will have despaired
zullen vertwijfeld hebben
we will have despaired
zullen vertwijfeld hebben
you all will have despaired
zullen vertwijfeld hebben
they will have despaired
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vertwijfeld hebben
I would have despaired
zou vertwijfeld hebben
you would have despaired
zou vertwijfeld hebben
he/she/it would have despaired
zouden vertwijfeld hebben
we would have despaired
zouden vertwijfeld hebben
you all would have despaired
zouden vertwijfeld hebben
they would have despaired
Du
Ihr
Imperative mood
vertwijfel
despair
vertwijfelt
despair

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

versoberen
do
versukkelen
do
vertellen
tell
verteren
digest
vertragen
slow down
vertroosten
comfort
vertuisen
do
veruiterlijken
externalize
vervlakken
flatten
verwachten
expect

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'despair':

None found.
Learning languages?