Versmachten (to parch) conjugation

Dutch

Conjugation of versmachten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
versmacht
I parch
versmacht
you parch
versmacht
he/she/it parches
versmachten
we parch
versmachten
you all parch
versmachten
they parch
Present perfect tense
heb versmacht
I have parched
hebt versmacht
you have parched
heeft versmacht
he/she/it has parched
hebben versmacht
we have parched
hebben versmacht
you all have parched
hebben versmacht
they have parched
Past tense
versmachtte
I parched
versmachtte
you parched
versmachtte
he/she/it parched
versmachtten
we parched
versmachtten
you all parched
versmachtten
they parched
Future tense
zal versmachten
I will parch
zult versmachten
you will parch
zal versmachten
he/she/it will parch
zullen versmachten
we will parch
zullen versmachten
you all will parch
zullen versmachten
they will parch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou versmachten
I would parch
zou versmachten
you would parch
zou versmachten
he/she/it would parch
zouden versmachten
we would parch
zouden versmachten
you all would parch
zouden versmachten
they would parch
Subjunctive mood
versmachte
I parch
versmachte
you parch
versmachte
he/she/it parch
versmachte
we parch
versmachte
you all parch
versmachte
they parch
Past perfect tense
had versmacht
I had parched
had versmacht
you had parched
had versmacht
he/she/it had parched
hadden versmacht
we had parched
hadden versmacht
you all had parched
hadden versmacht
they had parched
Future perf.
zal versmacht hebben
I will have parched
zal versmacht hebben
you will have parched
zal versmacht hebben
he/she/it will have parched
zullen versmacht hebben
we will have parched
zullen versmacht hebben
you all will have parched
zullen versmacht hebben
they will have parched
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou versmacht hebben
I would have parched
zou versmacht hebben
you would have parched
zou versmacht hebben
he/she/it would have parched
zouden versmacht hebben
we would have parched
zouden versmacht hebben
you all would have parched
zouden versmacht hebben
they would have parched
Du
Ihr
Imperative mood
versmacht
parch
versmacht
parch

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verkrachten
rape
verslechten
worsen
vervrachten
charter out vessels

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vergrijpen
assault
verpekelen
do
verrichten
perform
verroeren
move
verschikken
do
verslibben
do
verslodderen
do
versluizen
do
versmaden
spurn
verstenen
petrify

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'parch':

None found.
Learning languages?