Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verslonzen (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verslons
verslonst
verslonst
verslonzen
verslonzen
verslonzen
Present perfect tense
heb verslonsd
hebt verslonsd
heeft verslonsd
hebben verslonsd
hebben verslonsd
hebben verslonsd
Past tense
verslonsde
verslonsde
verslonsde
verslonsden
verslonsden
verslonsden
Future tense
zal verslonzen
zult verslonzen
zal verslonzen
zullen verslonzen
zullen verslonzen
zullen verslonzen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verslonzen
zou verslonzen
zou verslonzen
zouden verslonzen
zouden verslonzen
zouden verslonzen
Subjunctive mood
verslonze
verslonze
verslonze
verslonze
verslonze
verslonze
Past perfect tense
had verslonsd
had verslonsd
had verslonsd
hadden verslonsd
hadden verslonsd
hadden verslonsd
Future perf.
zal verslonsd hebben
zal verslonsd hebben
zal verslonsd hebben
zullen verslonsd hebben
zullen verslonsd hebben
zullen verslonsd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verslonsd hebben
zou verslonsd hebben
zou verslonsd hebben
zouden verslonsd hebben
zouden verslonsd hebben
zouden verslonsd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verslons
verslonst

Examples of verslonzen

Example in DutchTranslation in English
Dat er een draak weg is, betekent niet dat ik waardevolle spullen laat verslonzen.Well, just because one dragon is gone, doesn't mean that I let a valuable piece of equipment fall into disrepair.
Ook als m'n moeder weg is, mag de boel niet verslonzen.- No excuses! Now, just because my mother is out of town does not mean you can slack off.
Ze zeggen niet voor niets, een man alleen fokt maden maar toch, hij is echt aan het verslonzen.Well, they do say single men breed maggots but still, he's getting really scruffy.
Doe ik het niet, verslons ik mezelf.If I don't, I've let myself go.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbronzen
do
versloffen
do
versluizen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.