Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Versleutelen (to encode) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of versleutelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
versleutel
I encode
versleutelt
you encode
versleutelt
he/she/it encodes
versleutelen
we encode
versleutelen
you all encode
versleutelen
they encode
Present perfect tense
heb versleuteld
I have encoded
hebt versleuteld
you have encoded
heeft versleuteld
he/she/it has encoded
hebben versleuteld
we have encoded
hebben versleuteld
you all have encoded
hebben versleuteld
they have encoded
Past tense
versleutelde
I encoded
versleutelde
you encoded
versleutelde
he/she/it encoded
versleutelden
we encoded
versleutelden
you all encoded
versleutelden
they encoded
Future tense
zal versleutelen
I will encode
zult versleutelen
you will encode
zal versleutelen
he/she/it will encode
zullen versleutelen
we will encode
zullen versleutelen
you all will encode
zullen versleutelen
they will encode
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou versleutelen
I would encode
zou versleutelen
you would encode
zou versleutelen
he/she/it would encode
zouden versleutelen
we would encode
zouden versleutelen
you all would encode
zouden versleutelen
they would encode
Subjunctive mood
versleutele
I encode
versleutele
you encode
versleutele
he/she/it encode
versleutele
we encode
versleutele
you all encode
versleutele
they encode
Past perfect tense
had versleuteld
I had encoded
had versleuteld
you had encoded
had versleuteld
he/she/it had encoded
hadden versleuteld
we had encoded
hadden versleuteld
you all had encoded
hadden versleuteld
they had encoded
Future perf.
zal versleuteld hebben
I will have encoded
zal versleuteld hebben
you will have encoded
zal versleuteld hebben
he/she/it will have encoded
zullen versleuteld hebben
we will have encoded
zullen versleuteld hebben
you all will have encoded
zullen versleuteld hebben
they will have encoded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou versleuteld hebben
I would have encoded
zou versleuteld hebben
you would have encoded
zou versleuteld hebben
he/she/it would have encoded
zouden versleuteld hebben
we would have encoded
zouden versleuteld hebben
you all would have encoded
zouden versleuteld hebben
they would have encoded
Du
Ihr
Imperative mood
versleutel
encode
versleutelt
encode

Examples of versleutelen

Example in DutchTranslation in English
De Enigma gebruikt een reeks pinnen en draaischijven om woorden te versleutelen.All right, the enigma uses a series of pins and rotors to encode words.
De kennis van onze beschaving zit versleuteld in drie stenen... die naar de Aarde zijn gebracht, naar de uithoeken van de wereld.The knowledge of our civilization was encoded in three stones brought to Earth and hidden at the far reaches of the world.
En toch heb je die versleuteld met een niet-repeterend substitutiecijfer.And yet, Martin tells me you've encoded them with a non-repeating substitution cipher.
Ik vond een bericht versleuteld in hun DNA.I found a message encoded in their DNA.
Zijn boeken zijn versleuteld, dus we konden maar ongeveer twee dozijn mensen identificeren die weddenschappen bij hem plaatsten.His books are encoded, so we've only been able to I.D. About two dozen of the people who bet with him.
Op dit weten we alleen het versleutelde referentienummer van de verliezer: 0-1-6-0.At this point, all we know about the big loser is his encoded reference number... 0-1-6-0.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'encode':

None found.