Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verrafelen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verrafel
verrafelt
verrafelt
verrafelen
verrafelen
verrafelen
Present perfect tense
heb verrafeld
hebt verrafeld
heeft verrafeld
hebben verrafeld
hebben verrafeld
hebben verrafeld
Past tense
verrafelde
verrafelde
verrafelde
verrafelden
verrafelden
verrafelden
Future tense
zal verrafelen
zult verrafelen
zal verrafelen
zullen verrafelen
zullen verrafelen
zullen verrafelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verrafelen
zou verrafelen
zou verrafelen
zouden verrafelen
zouden verrafelen
zouden verrafelen
Subjunctive mood
verrafele
verrafele
verrafele
verrafele
verrafele
verrafele
Past perfect tense
had verrafeld
had verrafeld
had verrafeld
hadden verrafeld
hadden verrafeld
hadden verrafeld
Future perf.
zal verrafeld hebben
zal verrafeld hebben
zal verrafeld hebben
zullen verrafeld hebben
zullen verrafeld hebben
zullen verrafeld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verrafeld hebben
zou verrafeld hebben
zou verrafeld hebben
zouden verrafeld hebben
zouden verrafeld hebben
zouden verrafeld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verrafel
verrafelt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.