Verootmoedigen (to humble) conjugation

Dutch

Conjugation of verootmoedigen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verootmoedig
I humble
verootmoedigt
you humble
verootmoedigt
he/she/it humbles
verootmoedigen
we humble
verootmoedigen
you all humble
verootmoedigen
they humble
Present perfect tense
heb verootmoedigd
I have humbled
hebt verootmoedigd
you have humbled
heeft verootmoedigd
he/she/it has humbled
hebben verootmoedigd
we have humbled
hebben verootmoedigd
you all have humbled
hebben verootmoedigd
they have humbled
Past tense
verootmoedigde
I humbled
verootmoedigde
you humbled
verootmoedigde
he/she/it humbled
verootmoedigden
we humbled
verootmoedigden
you all humbled
verootmoedigden
they humbled
Future tense
zal verootmoedigen
I will humble
zult verootmoedigen
you will humble
zal verootmoedigen
he/she/it will humble
zullen verootmoedigen
we will humble
zullen verootmoedigen
you all will humble
zullen verootmoedigen
they will humble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verootmoedigen
I would humble
zou verootmoedigen
you would humble
zou verootmoedigen
he/she/it would humble
zouden verootmoedigen
we would humble
zouden verootmoedigen
you all would humble
zouden verootmoedigen
they would humble
Subjunctive mood
verootmoedige
I humble
verootmoedige
you humble
verootmoedige
he/she/it humble
verootmoedige
we humble
verootmoedige
you all humble
verootmoedige
they humble
Past perfect tense
had verootmoedigd
I had humbled
had verootmoedigd
you had humbled
had verootmoedigd
he/she/it had humbled
hadden verootmoedigd
we had humbled
hadden verootmoedigd
you all had humbled
hadden verootmoedigd
they had humbled
Future perf.
zal verootmoedigd hebben
I will have humbled
zal verootmoedigd hebben
you will have humbled
zal verootmoedigd hebben
he/she/it will have humbled
zullen verootmoedigd hebben
we will have humbled
zullen verootmoedigd hebben
you all will have humbled
zullen verootmoedigd hebben
they will have humbled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verootmoedigd hebben
I would have humbled
zou verootmoedigd hebben
you would have humbled
zou verootmoedigd hebben
he/she/it would have humbled
zouden verootmoedigd hebben
we would have humbled
zouden verootmoedigd hebben
you all would have humbled
zouden verootmoedigd hebben
they would have humbled
Du
Ihr
Imperative mood
verootmoedig
humble
verootmoedigt
humble

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'humble':

None found.
Learning languages?