Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Veronaangenamen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
veronaangenaam
veronaangenaamt
veronaangenaamt
veronaangenamen
veronaangenamen
veronaangenamen
Present perfect tense
heb veronaangenaamd
hebt veronaangenaamd
heeft veronaangenaamd
hebben veronaangenaamd
hebben veronaangenaamd
hebben veronaangenaamd
Past tense
veronaangenaamde
veronaangenaamde
veronaangenaamde
veronaangenaamden
veronaangenaamden
veronaangenaamden
Future tense
zal veronaangenamen
zult veronaangenamen
zal veronaangenamen
zullen veronaangenamen
zullen veronaangenamen
zullen veronaangenamen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou veronaangenamen
zou veronaangenamen
zou veronaangenamen
zouden veronaangenamen
zouden veronaangenamen
zouden veronaangenamen
Subjunctive mood
veronaangename
veronaangename
veronaangename
veronaangename
veronaangename
veronaangename
Past perfect tense
had veronaangenaamd
had veronaangenaamd
had veronaangenaamd
hadden veronaangenaamd
hadden veronaangenaamd
hadden veronaangenaamd
Future perf.
zal veronaangenaamd hebben
zal veronaangenaamd hebben
zal veronaangenaamd hebben
zullen veronaangenaamd hebben
zullen veronaangenaamd hebben
zullen veronaangenaamd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou veronaangenaamd hebben
zou veronaangenaamd hebben
zou veronaangenaamd hebben
zouden veronaangenaamd hebben
zouden veronaangenaamd hebben
zouden veronaangenaamd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
veronaangenaam
veronaangenaamt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.