Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

vermeerderen

to enhance

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of vermeerderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vermeerder
I enhance
vermeerdert
you enhance
vermeerdert
he/she/it enhances
vermeerderen
we enhance
vermeerderen
you all enhance
vermeerderen
they enhance
Present perfect tense
heb vermeerderd
I have enhanced
hebt vermeerderd
you have enhanced
heeft vermeerderd
he/she/it has enhanced
hebben vermeerderd
we have enhanced
hebben vermeerderd
you all have enhanced
hebben vermeerderd
they have enhanced
Past tense
vermeerderde
I enhanced
vermeerderde
you enhanced
vermeerderde
he/she/it enhanced
vermeerderden
we enhanced
vermeerderden
you all enhanced
vermeerderden
they enhanced
Future tense
zal vermeerderen
I will enhance
zult vermeerderen
you will enhance
zal vermeerderen
he/she/it will enhance
zullen vermeerderen
we will enhance
zullen vermeerderen
you all will enhance
zullen vermeerderen
they will enhance
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vermeerderen
I would enhance
zou vermeerderen
you would enhance
zou vermeerderen
he/she/it would enhance
zouden vermeerderen
we would enhance
zouden vermeerderen
you all would enhance
zouden vermeerderen
they would enhance
Subjunctive mood
vermeerdere
I enhance
vermeerdere
you enhance
vermeerdere
he/she/it enhance
vermeerdere
we enhance
vermeerdere
you all enhance
vermeerdere
they enhance
Past perfect tense
had vermeerderd
I had enhanced
had vermeerderd
you had enhanced
had vermeerderd
he/she/it had enhanced
hadden vermeerderd
we had enhanced
hadden vermeerderd
you all had enhanced
hadden vermeerderd
they had enhanced
Future perf.
zal vermeerderd hebben
I will have enhanced
zal vermeerderd hebben
you will have enhanced
zal vermeerderd hebben
he/she/it will have enhanced
zullen vermeerderd hebben
we will have enhanced
zullen vermeerderd hebben
you all will have enhanced
zullen vermeerderd hebben
they will have enhanced
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vermeerderd hebben
I would have enhanced
zou vermeerderd hebben
you would have enhanced
zou vermeerderd hebben
he/she/it would have enhanced
zouden vermeerderd hebben
we would have enhanced
zouden vermeerderd hebben
you all would have enhanced
zouden vermeerderd hebben
they would have enhanced
Du
Ihr
Imperative mood
vermeerder
enhance
vermeerdert
enhance

Examples of vermeerderen

We zochten naar een remedie... voor onze beste soldaten, beschadigd in de strijd. Iets dat hen zou terug brengen of die wat we hebben, te vermeerderen.

We've been searching for a cure for our best soldiers that have been damaged in battle, something that'll bring them back or to enhance the ones we have.

Het heeft hen vermeerderd.

It enhanced them.

Further details about this page

LOCATION

RELATED PAGES