Verinnerlijken (to internalize) conjugation

Dutch

Conjugation of verinnerlijken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verinnerlijk
I internalize
verinnerlijkt
you internalize
verinnerlijkt
he/she/it internalizes
verinnerlijken
we internalize
verinnerlijken
you all internalize
verinnerlijken
they internalize
Present perfect tense
heb verinnerlijkt
I have internalized
hebt verinnerlijkt
you have internalized
heeft verinnerlijkt
he/she/it has internalized
hebben verinnerlijkt
we have internalized
hebben verinnerlijkt
you all have internalized
hebben verinnerlijkt
they have internalized
Past tense
verinnerlijkte
I internalized
verinnerlijkte
you internalized
verinnerlijkte
he/she/it internalized
verinnerlijkten
we internalized
verinnerlijkten
you all internalized
verinnerlijkten
they internalized
Future tense
zal verinnerlijken
I will internalize
zult verinnerlijken
you will internalize
zal verinnerlijken
he/she/it will internalize
zullen verinnerlijken
we will internalize
zullen verinnerlijken
you all will internalize
zullen verinnerlijken
they will internalize
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verinnerlijken
I would internalize
zou verinnerlijken
you would internalize
zou verinnerlijken
he/she/it would internalize
zouden verinnerlijken
we would internalize
zouden verinnerlijken
you all would internalize
zouden verinnerlijken
they would internalize
Subjunctive mood
verinnerlijke
I internalize
verinnerlijke
you internalize
verinnerlijke
he/she/it internalize
verinnerlijke
we internalize
verinnerlijke
you all internalize
verinnerlijke
they internalize
Past perfect tense
had verinnerlijkt
I had internalized
had verinnerlijkt
you had internalized
had verinnerlijkt
he/she/it had internalized
hadden verinnerlijkt
we had internalized
hadden verinnerlijkt
you all had internalized
hadden verinnerlijkt
they had internalized
Future perf.
zal verinnerlijkt hebben
I will have internalized
zal verinnerlijkt hebben
you will have internalized
zal verinnerlijkt hebben
he/she/it will have internalized
zullen verinnerlijkt hebben
we will have internalized
zullen verinnerlijkt hebben
you all will have internalized
zullen verinnerlijkt hebben
they will have internalized
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verinnerlijkt hebben
I would have internalized
zou verinnerlijkt hebben
you would have internalized
zou verinnerlijkt hebben
he/she/it would have internalized
zouden verinnerlijkt hebben
we would have internalized
zouden verinnerlijkt hebben
you all would have internalized
zouden verinnerlijkt hebben
they would have internalized
Du
Ihr
Imperative mood
verinnerlijk
internalize
verinnerlijkt
internalize

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verfomfaaien
crease
vergrendelen
lock
verguizen
revile
verhakken
do
verijdeltuiten
do
verinlandsen
do
verinnigen
do
verjongen
rejuvenate
verkloeken
do
verknollen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'internalize':

None found.
Learning languages?