Verflensen (to wither) conjugation

Dutch

Conjugation of verflensen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verflens
I wither
verflenst
you wither
verflenst
he/she/it withers
verflensen
we wither
verflensen
you all wither
verflensen
they wither
Present perfect tense
heb verflenst
I have withered
hebt verflenst
you have withered
heeft verflenst
he/she/it has withered
hebben verflenst
we have withered
hebben verflenst
you all have withered
hebben verflenst
they have withered
Past tense
verflenste
I withered
verflenste
you withered
verflenste
he/she/it withered
verflensten
we withered
verflensten
you all withered
verflensten
they withered
Future tense
zal verflensen
I will wither
zult verflensen
you will wither
zal verflensen
he/she/it will wither
zullen verflensen
we will wither
zullen verflensen
you all will wither
zullen verflensen
they will wither
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verflensen
I would wither
zou verflensen
you would wither
zou verflensen
he/she/it would wither
zouden verflensen
we would wither
zouden verflensen
you all would wither
zouden verflensen
they would wither
Subjunctive mood
verflense
I wither
verflense
you wither
verflense
he/she/it wither
verflense
we wither
verflense
you all wither
verflense
they wither
Past perfect tense
had verflenst
I had withered
had verflenst
you had withered
had verflenst
he/she/it had withered
hadden verflenst
we had withered
hadden verflenst
you all had withered
hadden verflenst
they had withered
Future perf.
zal verflenst hebben
I will have withered
zal verflenst hebben
you will have withered
zal verflenst hebben
he/she/it will have withered
zullen verflenst hebben
we will have withered
zullen verflenst hebben
you all will have withered
zullen verflenst hebben
they will have withered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verflenst hebben
I would have withered
zou verflenst hebben
you would have withered
zou verflenst hebben
he/she/it would have withered
zouden verflenst hebben
we would have withered
zouden verflenst hebben
you all would have withered
zouden verflenst hebben
they would have withered
Du
Ihr
Imperative mood
verflens
wither
verflenst
wither

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verfransen
beautify
verslensen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

verdoen
waste
verdutten
do
veren
do
verenigen
unite
verflauwen
slacken
verfoeien
detest
verfrommelen
crumple up
verfronselen
do
vergasten
treat
vergelen
become yellow

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wither':

None found.
Learning languages?