Etymology
Blog
Etymology Blog

Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verdeemoedigen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verdeemoedig
verdeemoedigt
verdeemoedigt
verdeemoedigen
verdeemoedigen
verdeemoedigen
Present perfect tense
heb verdeemoedigd
hebt verdeemoedigd
heeft verdeemoedigd
hebben verdeemoedigd
hebben verdeemoedigd
hebben verdeemoedigd
Past tense
verdeemoedigde
verdeemoedigde
verdeemoedigde
verdeemoedigden
verdeemoedigden
verdeemoedigden
Future tense
zal verdeemoedigen
zult verdeemoedigen
zal verdeemoedigen
zullen verdeemoedigen
zullen verdeemoedigen
zullen verdeemoedigen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verdeemoedigen
zou verdeemoedigen
zou verdeemoedigen
zouden verdeemoedigen
zouden verdeemoedigen
zouden verdeemoedigen
Subjunctive mood
verdeemoedige
verdeemoedige
verdeemoedige
verdeemoedige
verdeemoedige
verdeemoedige
Past perfect tense
had verdeemoedigd
had verdeemoedigd
had verdeemoedigd
hadden verdeemoedigd
hadden verdeemoedigd
hadden verdeemoedigd
Future perf.
zal verdeemoedigd hebben
zal verdeemoedigd hebben
zal verdeemoedigd hebben
zullen verdeemoedigd hebben
zullen verdeemoedigd hebben
zullen verdeemoedigd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verdeemoedigd hebben
zou verdeemoedigd hebben
zou verdeemoedigd hebben
zouden verdeemoedigd hebben
zouden verdeemoedigd hebben
zouden verdeemoedigd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verdeemoedig
verdeemoedigt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vastklampen
do
venten
peddle
verbazen
astonish
verblinden
dazzle
verboeren
do
verbronzen
do
vercokesen
do
verdedigen
defend
verdelen
divide
verdunnen
dilute

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.