Verbijsteren (to bewilder) conjugation

Dutch
14 examples

Conjugation of verbijsteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verbijster
I bewilder
verbijstert
you bewilder
verbijstert
he/she/it bewilders
verbijsteren
we bewilder
verbijsteren
you all bewilder
verbijsteren
they bewilder
Present perfect tense
heb verbijsterd
I have bewildered
hebt verbijsterd
you have bewildered
heeft verbijsterd
he/she/it has bewildered
hebben verbijsterd
we have bewildered
hebben verbijsterd
you all have bewildered
hebben verbijsterd
they have bewildered
Past tense
verbijsterde
I bewildered
verbijsterde
you bewildered
verbijsterde
he/she/it bewildered
verbijsterden
we bewildered
verbijsterden
you all bewildered
verbijsterden
they bewildered
Future tense
zal verbijsteren
I will bewilder
zult verbijsteren
you will bewilder
zal verbijsteren
he/she/it will bewilder
zullen verbijsteren
we will bewilder
zullen verbijsteren
you all will bewilder
zullen verbijsteren
they will bewilder
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verbijsteren
I would bewilder
zou verbijsteren
you would bewilder
zou verbijsteren
he/she/it would bewilder
zouden verbijsteren
we would bewilder
zouden verbijsteren
you all would bewilder
zouden verbijsteren
they would bewilder
Subjunctive mood
verbijstere
I bewilder
verbijstere
you bewilder
verbijstere
he/she/it bewilder
verbijstere
we bewilder
verbijstere
you all bewilder
verbijstere
they bewilder
Past perfect tense
had verbijsterd
I had bewildered
had verbijsterd
you had bewildered
had verbijsterd
he/she/it had bewildered
hadden verbijsterd
we had bewildered
hadden verbijsterd
you all had bewildered
hadden verbijsterd
they had bewildered
Future perf.
zal verbijsterd hebben
I will have bewildered
zal verbijsterd hebben
you will have bewildered
zal verbijsterd hebben
he/she/it will have bewildered
zullen verbijsterd hebben
we will have bewildered
zullen verbijsterd hebben
you all will have bewildered
zullen verbijsterd hebben
they will have bewildered
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verbijsterd hebben
I would have bewildered
zou verbijsterd hebben
you would have bewildered
zou verbijsterd hebben
he/she/it would have bewildered
zouden verbijsterd hebben
we would have bewildered
zouden verbijsterd hebben
you all would have bewildered
zouden verbijsterd hebben
they would have bewildered
Du
Ihr
Imperative mood
verbijster
bewilder
verbijstert
bewilder

Examples of verbijsteren

Example in DutchTranslation in English
Het verbijstert me dat je dat denkt.I'm bewildered you'd think so.
Het verbijstert mij.It bewilders me.
'Pure haat op een feëenvrouw, en zo verbijsterd en wankelend in haar vlucht... volgde ze Tink naar haar bittere einde'.- "Fierce hatred of a fairy woman, "and so bewildered and now staggering in her flight, she followed Tink to her doom."
- Radeloos en verbijsterd.More like stunned, shocked. - Bewitched, bothered and bewildered.
- U heeft iedereen verbijsterd.You've bewildered everybody.
..van jullie beide en voor een rationele man, heeft het me volkomen verbijsterd maar dit is het.And, for a rational man, it leaves me utterly bewildered, but there it is.
Als wetenschapper ben ik verbijsterd.As a man of science, I am bewildered.
Een gewelddadige dood kan een verbijsterde of getraumatiseerd ziel achterlaten.A violent death can leave behind a bewildered or traumatized soul.
Nu, als we nadenken over het leven van deze verbijsterde jonge man... Eddie wist precies wat hij deed.Now, as we reflect on the life of this bewildered young man... eddie knew exactly what he was doing.
Als man van de wet heeft u een verbijsterend gevoel over een eerlijk proces.For a lawman, you possess a bewildering sense of due process.
Dit is verbijsterend, echt verbijsterend.This is bewildering. It is really bewildering.
Het is verbijsterend.it's bewildering.
Het is... verbijsterend, of niet?It's... bewildering, isn't it?
Het lijkt misschien ... verbijsterend, perplex, onmogelijk, maar dan heeft die ... grote, gigantische, over-geknoopte, rommelige ... knoop,It may seem... bewildering, flummoxing, impossible, but then this... big, gigantic, over-knotted, messy... knot,

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'bewilder':

None found.
Learning languages?