Vastwerken (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of vastwerken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
werk vast
I do
werkt vast
you do
werkt vast
he/she/it does
werken vast
we do
werken vast
you all do
werken vast
they do
Present perfect tense
heb vastgewerkt
I have done
hebt vastgewerkt
you have done
heeft vastgewerkt
he/she/it has done
hebben vastgewerkt
we have done
hebben vastgewerkt
you all have done
hebben vastgewerkt
they have done
Past tense
werkte vast
I did
werkte vast
you did
werkte vast
he/she/it did
werkten vast
we did
werkten vast
you all did
werkten vast
they did
Future tense
zal vastwerken
I will do
zult vastwerken
you will do
zal vastwerken
he/she/it will do
zullen vastwerken
we will do
zullen vastwerken
you all will do
zullen vastwerken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vastwerken
I would do
zou vastwerken
you would do
zou vastwerken
he/she/it would do
zouden vastwerken
we would do
zouden vastwerken
you all would do
zouden vastwerken
they would do
Subjunctive mood
werke vast
I do
werke vast
you do
werke vast
he/she/it do
werke vast
we do
werke vast
you all do
werke vast
they do
Past perfect tense
had vastgewerkt
I had done
had vastgewerkt
you had done
had vastgewerkt
he/she/it had done
hadden vastgewerkt
we had done
hadden vastgewerkt
you all had done
hadden vastgewerkt
they had done
Future perf.
zal vastgewerkt hebben
I will have done
zal vastgewerkt hebben
you will have done
zal vastgewerkt hebben
he/she/it will have done
zullen vastgewerkt hebben
we will have done
zullen vastgewerkt hebben
you all will have done
zullen vastgewerkt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vastgewerkt hebben
I would have done
zou vastgewerkt hebben
you would have done
zou vastgewerkt hebben
he/she/it would have done
zouden vastgewerkt hebben
we would have done
zouden vastgewerkt hebben
you all would have done
zouden vastgewerkt hebben
they would have done
Present bijzin tense
vastwerk
I do
vastwerkt
you do
vastwerkt
he/she/it does
vastwerken
we do
vastwerken
you all do
vastwerken
they do
Past bijzin tense
vastwerkte
I did
vastwerkte
you did
vastwerkte
he/she/it did
vastwerkten
we did
vastwerkten
you all did
vastwerkten
they did
Future bijzin tense
zal vastwerken
I will do
zult vastwerken
you will do
zal vastwerken
he/she/it will do
zullen vastwerken
we will do
zullen vastwerken
you all will do
zullen vastwerken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou vastwerken
I would do
zou vastwerken
you would do
zou vastwerken
he/she/it would do
zouden vastwerken
we would do
zouden vastwerken
you all would do
zouden vastwerken
they would do
Subjunctive bijzin mood
vastwerke
I do
vastwerke
you do
vastwerke
he/she/it do
vastwerke
we do
vastwerke
you all do
vastwerke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
werk vast
do
werkt vast
do

Examples of vastwerken

Example in DutchTranslation in English
Ik doem'n werk vast erg goed. U wordt er onvoorzichtig van.It looks like I've been doing my job a little too well... because you've gotten awfully careless with your behavior, Senator.
Vaughn Du Clark doet het vuile werk vast niet zelf.I don't think Vaughn Du Clark is doing his own dirty work.
Ze keuren je werk vast goed.Mr. Leeds? Yeah, I don't think you'll have any problem getting that approved.
- Ze werkt vast vanuit haar vaste hotel.She's probably doing privates out of her hotel.
Dat blije gedoe werkt vast niet.- I don't think this happy thing is going to work.
Dat ding werkt vast niet, stomme man-slet.I bet that thing doesn't even work, you stupid he-bitch.
Dat klinkt niet al te slecht, dat werkt vast.Okay, that's not bad. We can work with that. [Normal voice] Why am I doing this?
Dat werkt vast niet.- Wouldn't work, I don't think.
- Ze werken vast niet in bed.I seriously doubt they're working in his bed.
Vanuit de schaduw slaat de spin het insect gade dat zich vastwerkt in het web.Lurking in the shadows, the spider watches the insect entangle itself in the web.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?