Als je goedkope moeder hier was, zou je een stukje toiletpapier opvouwen en het vastplakken met wat plakband. | If your cheap mother was here, she'd fold up a little square of toilet paper and stick it on with scotch tape. |
Arachibutyrophobia is de fobie voor het vastplakken van pindakaas, aan je gehemelte. | Arachibutyrophobia is the fear of peanut butter sticking to the roof of your mouth. |
De gelatine blijft overal aan vastplakken, de brandstof laat het ontvlammen. | The gelatin sticks to everything, the fuel incinerates it. |
Je kan evengoed een stok boter aan je kont vastplakken. | You might as well just Krazy Glue a stick of butter to your ass. |
Nee, ik wil nergens vastplakken. | No, I don't want to stick to anything in here. |
Mijn voeten plakken vast. | My feet are sticking to the floor. |
We noemen haar Post-it, omdat ze aan elke jongen vastplakt. Ze doet alsof ze van hem houdt. | We call her the Post-it, 'cause she sticks to every guy and pretends that she loves them. |
Zodat't aan je vastplakt. | Oh, that's so it sticks to you. |