Vastpennen (to do) conjugation

Dutch
1 examples

Conjugation of vastpennen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pen vast
I do
pent vast
you do
pent vast
he/she/it does
pennen vast
we do
pennen vast
you all do
pennen vast
they do
Present perfect tense
heb vastgepend
I have done
hebt vastgepend
you have done
heeft vastgepend
he/she/it has done
hebben vastgepend
we have done
hebben vastgepend
you all have done
hebben vastgepend
they have done
Past tense
pende vast
I did
pende vast
you did
pende vast
he/she/it did
penden vast
we did
penden vast
you all did
penden vast
they did
Future tense
zal vastpennen
I will do
zult vastpennen
you will do
zal vastpennen
he/she/it will do
zullen vastpennen
we will do
zullen vastpennen
you all will do
zullen vastpennen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vastpennen
I would do
zou vastpennen
you would do
zou vastpennen
he/she/it would do
zouden vastpennen
we would do
zouden vastpennen
you all would do
zouden vastpennen
they would do
Subjunctive mood
penne vast
I do
penne vast
you do
penne vast
he/she/it do
penne vast
we do
penne vast
you all do
penne vast
they do
Past perfect tense
had vastgepend
I had done
had vastgepend
you had done
had vastgepend
he/she/it had done
hadden vastgepend
we had done
hadden vastgepend
you all had done
hadden vastgepend
they had done
Future perf.
zal vastgepend hebben
I will have done
zal vastgepend hebben
you will have done
zal vastgepend hebben
he/she/it will have done
zullen vastgepend hebben
we will have done
zullen vastgepend hebben
you all will have done
zullen vastgepend hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou vastgepend hebben
I would have done
zou vastgepend hebben
you would have done
zou vastgepend hebben
he/she/it would have done
zouden vastgepend hebben
we would have done
zouden vastgepend hebben
you all would have done
zouden vastgepend hebben
they would have done
Present bijzin tense
vastpen
I do
vastpent
you do
vastpent
he/she/it does
vastpennen
we do
vastpennen
you all do
vastpennen
they do
Past bijzin tense
vastpende
I did
vastpende
you did
vastpende
he/she/it did
vastpenden
we did
vastpenden
you all did
vastpenden
they did
Future bijzin tense
zal vastpennen
I will do
zult vastpennen
you will do
zal vastpennen
he/she/it will do
zullen vastpennen
we will do
zullen vastpennen
you all will do
zullen vastpennen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou vastpennen
I would do
zou vastpennen
you would do
zou vastpennen
he/she/it would do
zouden vastpennen
we would do
zouden vastpennen
you all would do
zouden vastpennen
they would do
Subjunctive bijzin mood
vastpenne
I do
vastpenne
you do
vastpenne
he/she/it do
vastpenne
we do
vastpenne
you all do
vastpenne
they do
Du
Ihr
Imperative mood
pen vast
do
pent vast
do

Examples of vastpennen

Example in DutchTranslation in English
Hou volgende keer niet je pen vast met je tenen.Just, next time, don't hold the pen between your toes.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

vastpinnen
pin

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?