Valuteren (to value dating) conjugation

Dutch

Conjugation of valuteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
valuteer
I value dating
valuteert
you value dating
valuteert
he/she/it values dating
valuteren
we value dating
valuteren
you all value dating
valuteren
they value dating
Present perfect tense
heb gevaluteerd
I have valued dating
hebt gevaluteerd
you have valued dating
heeft gevaluteerd
he/she/it has valued dating
hebben gevaluteerd
we have valued dating
hebben gevaluteerd
you all have valued dating
hebben gevaluteerd
they have valued dating
Past tense
valuteerde
I valued dating
valuteerde
you valued dating
valuteerde
he/she/it valued dating
valuteerden
we valued dating
valuteerden
you all valued dating
valuteerden
they valued dating
Future tense
zal valuteren
I will value dating
zult valuteren
you will value dating
zal valuteren
he/she/it will value dating
zullen valuteren
we will value dating
zullen valuteren
you all will value dating
zullen valuteren
they will value dating
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou valuteren
I would value dating
zou valuteren
you would value dating
zou valuteren
he/she/it would value dating
zouden valuteren
we would value dating
zouden valuteren
you all would value dating
zouden valuteren
they would value dating
Subjunctive mood
valutere
I value dating
valutere
you value dating
valutere
he/she/it value dating
valutere
we value dating
valutere
you all value dating
valutere
they value dating
Past perfect tense
had gevaluteerd
I had valued dating
had gevaluteerd
you had valued dating
had gevaluteerd
he/she/it had valued dating
hadden gevaluteerd
we had valued dating
hadden gevaluteerd
you all had valued dating
hadden gevaluteerd
they had valued dating
Future perf.
zal gevaluteerd hebben
I will have valued dating
zal gevaluteerd hebben
you will have valued dating
zal gevaluteerd hebben
he/she/it will have valued dating
zullen gevaluteerd hebben
we will have valued dating
zullen gevaluteerd hebben
you all will have valued dating
zullen gevaluteerd hebben
they will have valued dating
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevaluteerd hebben
I would have valued dating
zou gevaluteerd hebben
you would have valued dating
zou gevaluteerd hebben
he/she/it would have valued dating
zouden gevaluteerd hebben
we would have valued dating
zouden gevaluteerd hebben
you all would have valued dating
zouden gevaluteerd hebben
they would have valued dating
Du
Ihr
Imperative mood
valuteer
value dating
valuteert
value dating

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

valideren
be valid

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'value dating':

None found.
Learning languages?