Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Vagebonderen (to tramp down) conjugation

Dutch

Conjugation of vagebonderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vagebondeer
I tramp down
vagebondeert
you tramp down
vagebondeert
he/she/it tramps down
vagebonderen
we tramp down
vagebonderen
you all tramp down
vagebonderen
they tramp down
Present perfect tense
heb gevagebondeerd
I have tramped down
hebt gevagebondeerd
you have tramped down
heeft gevagebondeerd
he/she/it has tramped down
hebben gevagebondeerd
we have tramped down
hebben gevagebondeerd
you all have tramped down
hebben gevagebondeerd
they have tramped down
Past tense
vagebondeerde
I tramped down
vagebondeerde
you tramped down
vagebondeerde
he/she/it tramped down
vagebondeerden
we tramped down
vagebondeerden
you all tramped down
vagebondeerden
they tramped down
Future tense
zal vagebonderen
I will tramp down
zult vagebonderen
you will tramp down
zal vagebonderen
he/she/it will tramp down
zullen vagebonderen
we will tramp down
zullen vagebonderen
you all will tramp down
zullen vagebonderen
they will tramp down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou vagebonderen
I would tramp down
zou vagebonderen
you would tramp down
zou vagebonderen
he/she/it would tramp down
zouden vagebonderen
we would tramp down
zouden vagebonderen
you all would tramp down
zouden vagebonderen
they would tramp down
Subjunctive mood
vagebondere
I tramp down
vagebondere
you tramp down
vagebondere
he/she/it tramp down
vagebondere
we tramp down
vagebondere
you all tramp down
vagebondere
they tramp down
Past perfect tense
had gevagebondeerd
I had tramped down
had gevagebondeerd
you had tramped down
had gevagebondeerd
he/she/it had tramped down
hadden gevagebondeerd
we had tramped down
hadden gevagebondeerd
you all had tramped down
hadden gevagebondeerd
they had tramped down
Future perf.
zal gevagebondeerd hebben
I will have tramped down
zal gevagebondeerd hebben
you will have tramped down
zal gevagebondeerd hebben
he/she/it will have tramped down
zullen gevagebondeerd hebben
we will have tramped down
zullen gevagebondeerd hebben
you all will have tramped down
zullen gevagebondeerd hebben
they will have tramped down
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gevagebondeerd hebben
I would have tramped down
zou gevagebondeerd hebben
you would have tramped down
zou gevagebondeerd hebben
he/she/it would have tramped down
zouden gevagebondeerd hebben
we would have tramped down
zouden gevagebondeerd hebben
you all would have tramped down
zouden gevagebondeerd hebben
they would have tramped down
Du
Ihr
Imperative mood
vagebondeer
tramp down
vagebondeert
tramp down

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitschieten
shoot out
uittreden
resign
uitwenen
do
uitwijden
dwell
uitzweten
sweat out
vaderen
father and
vagen
do
vaneenrukken
tear asunder
vaneenvallen
fall asunder
vastgespen
buckle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'tramp down':

None found.