Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

uitzonderen

to exclude

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of uitzonderen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zonder uit
I exclude
zondert uit
you exclude
zondert uit
he/she/it excludes
zonderen uit
we exclude
zonderen uit
you all exclude
zonderen uit
they exclude
Present perfect tense
heb uitgezonderd
I have excluded
hebt uitgezonderd
you have excluded
heeft uitgezonderd
he/she/it has excluded
hebben uitgezonderd
we have excluded
hebben uitgezonderd
you all have excluded
hebben uitgezonderd
they have excluded
Past tense
zonderde uit
I excluded
zonderde uit
you excluded
zonderde uit
he/she/it excluded
zonderden uit
we excluded
zonderden uit
you all excluded
zonderden uit
they excluded
Future tense
zal uitzonderen
I will exclude
zult uitzonderen
you will exclude
zal uitzonderen
he/she/it will exclude
zullen uitzonderen
we will exclude
zullen uitzonderen
you all will exclude
zullen uitzonderen
they will exclude
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitzonderen
I would exclude
zou uitzonderen
you would exclude
zou uitzonderen
he/she/it would exclude
zouden uitzonderen
we would exclude
zouden uitzonderen
you all would exclude
zouden uitzonderen
they would exclude
Subjunctive mood
zondere uit
I exclude
zondere uit
you exclude
zondere uit
he/she/it exclude
zondere uit
we exclude
zondere uit
you all exclude
zondere uit
they exclude
Past perfect tense
had uitgezonderd
I had excluded
had uitgezonderd
you had excluded
had uitgezonderd
he/she/it had excluded
hadden uitgezonderd
we had excluded
hadden uitgezonderd
you all had excluded
hadden uitgezonderd
they had excluded
Future perf.
zal uitgezonderd hebben
I will have excluded
zal uitgezonderd hebben
you will have excluded
zal uitgezonderd hebben
he/she/it will have excluded
zullen uitgezonderd hebben
we will have excluded
zullen uitgezonderd hebben
you all will have excluded
zullen uitgezonderd hebben
they will have excluded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgezonderd hebben
I would have excluded
zou uitgezonderd hebben
you would have excluded
zou uitgezonderd hebben
he/she/it would have excluded
zouden uitgezonderd hebben
we would have excluded
zouden uitgezonderd hebben
you all would have excluded
zouden uitgezonderd hebben
they would have excluded
Present bijzin tense
uitzonder
I exclude
uitzondert
you exclude
uitzondert
he/she/it excludes
uitzonderen
we exclude
uitzonderen
you all exclude
uitzonderen
they exclude
Past bijzin tense
uitzonderde
I excluded
uitzonderde
you excluded
uitzonderde
he/she/it excluded
uitzonderden
we excluded
uitzonderden
you all excluded
uitzonderden
they excluded
Future bijzin tense
zal uitzonderen
I will exclude
zult uitzonderen
you will exclude
zal uitzonderen
he/she/it will exclude
zullen uitzonderen
we will exclude
zullen uitzonderen
you all will exclude
zullen uitzonderen
they will exclude
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitzonderen
I would exclude
zou uitzonderen
you would exclude
zou uitzonderen
he/she/it would exclude
zouden uitzonderen
we would exclude
zouden uitzonderen
you all would exclude
zouden uitzonderen
they would exclude
Subjunctive bijzin mood
uitzondere
I exclude
uitzondere
you exclude
uitzondere
he/she/it exclude
uitzondere
we exclude
uitzondere
you all exclude
uitzondere
they exclude
Du
Ihr
Imperative mood
zonder uit
exclude
zondert uit
exclude

Examples of uitzonderen

- Dit Hollywoodbedrijf uitgezonderd.

- Present Hollywood company excluded.

- Jou uitgezonderd.

- Present company excluded.

De Fransen hier aanwezig uitgezonderd, natuurlijk.

Any Frenchmen present are excluded, of course.

De huidige uitgezonderd natuurlijk.

I mean, present company excluded, of course.

Het gezelschap uitgezonderd, natuurlijk.

Present company excluded, of course.

Further details about this page

LOCATION