Uitsmelten conjugation in Dutch in all forms

Dutch

Translation

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Present tense

smelt uit

I render down

smelt uit

you render down

smelt uit

he/she/it renders down

smelten uit

we render down

smelten uit

you all render down

smelten uit

they render down

Present perfect tense

heb uitgesmolten

I have rendered down

hebt uitgesmolten

you have rendered down

heeft uitgesmolten

he/she/it has rendered down

hebben uitgesmolten

we have rendered down

hebben uitgesmolten

you all have rendered down

hebben uitgesmolten

they have rendered down

Past tense

smolt uit

I rendered down

smolt uit

you rendered down

smolt uit

he/she/it rendered down

smolten uit

we rendered down

smolten uit

you all rendered down

smolten uit

they rendered down

Future tense

zal uitsmelten

I will render down

zult uitsmelten

you will render down

zal uitsmelten

he/she/it will render down

zullen uitsmelten

we will render down

zullen uitsmelten

you all will render down

zullen uitsmelten

they will render down

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional mood

zou uitsmelten

I would render down

zou uitsmelten

you would render down

zou uitsmelten

he/she/it would render down

zouden uitsmelten

we would render down

zouden uitsmelten

you all would render down

zouden uitsmelten

they would render down

Subjunctive mood

smelte uit

I render down

smelte uit

you render down

smelte uit

he/she/it render down

smelte uit

we render down

smelte uit

you all render down

smelte uit

they render down

Past perfect tense

had uitgesmolten

I had rendered down

had uitgesmolten

you had rendered down

had uitgesmolten

he/she/it had rendered down

hadden uitgesmolten

we had rendered down

hadden uitgesmolten

you all had rendered down

hadden uitgesmolten

they had rendered down

Future perf.

zal uitgesmolten hebben

I will have rendered down

zal uitgesmolten hebben

you will have rendered down

zal uitgesmolten hebben

he/she/it will have rendered down

zullen uitgesmolten hebben

we will have rendered down

zullen uitgesmolten hebben

you all will have rendered down

zullen uitgesmolten hebben

they will have rendered down

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional perfect tense

zou uitgesmolten hebben

I would have rendered down

zou uitgesmolten hebben

you would have rendered down

zou uitgesmolten hebben

he/she/it would have rendered down

zouden uitgesmolten hebben

we would have rendered down

zouden uitgesmolten hebben

you all would have rendered down

zouden uitgesmolten hebben

they would have rendered down

Present bijzin tense

uitsmelt

I render down

uitsmelt

you render down

uitsmelt

he/she/it renders down

uitsmelten

we render down

uitsmelten

you all render down

uitsmelten

they render down

Past bijzin tense

uitsmolt

I rendered down

uitsmolt

you rendered down

uitsmolt

he/she/it rendered down

uitsmolten

we rendered down

uitsmolten

you all rendered down

uitsmolten

they rendered down

Future bijzin tense

zal uitsmelten

I will render down

zult uitsmelten

you will render down

zal uitsmelten

he/she/it will render down

zullen uitsmelten

we will render down

zullen uitsmelten

you all will render down

zullen uitsmelten

they will render down

Jij/Je/U

Hij/Zij/Het

Wij/We

Jullie

Zij

Conditional bijzin mood

zou uitsmelten

I would render down

zou uitsmelten

you would render down

zou uitsmelten

he/she/it would render down

zouden uitsmelten

we would render down

zouden uitsmelten

you all would render down

zouden uitsmelten

they would render down

Subjunctive bijzin mood

uitsmelte

I render down

uitsmelte

you render down

uitsmelte

he/she/it render down

uitsmelte

we render down

uitsmelte

you all render down

uitsmelte

they render down

Ihr

Imperative mood

smelt uit

render down

smelt uit

render down

Not found: We have none.

Similar

uitsmijten: throw out

Similar but longer

Not found: We have none.

Random

uitbrokkelen: do
uitmikken: do
uitplukken: tweezer
uitreiken: rain out
uitscheuren: tear out
uitsmeden: reforge
uitsmeren: spread
uitspruiten: sprout
uitstomen: steam
uitstoten: pour out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'render down':

None found.

Learning languages?

Uitsmelten (to render down) conjugation

Conjugation of uitsmelten

More Dutch verbs

Related

Similar

Similar but longer

Random

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'render down':